Godfried Bomans in het bestuur
In 1951 treedt Godfried Bomans als vice-voorzitter toe tot het bestuur van
de r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Bomans heeft overigens ook
zitting in de Commissie van Toezicht van de Stadsbibliotheek.
Op donderdag 30 oktober 1952 treedt Bomans op een literaire avond in
het Concertgebouw op als Charles Dickens, bij de vertaling van wiens
werken hij in die periode nauw betrokken is. De Nieuwe Haarlemsche
Courant bevat een verslag van dit optreden:
'Een vol uur heeft gisteravond de onvolprezen Charles Dickens, ruim
tachtig jaar na zijn dood, een zeer talrijk gehoor weten te boeien met
zijn levensgeschiedenis. Op het podium van de grote zaal van het
gemeentelijk concertgebouw vond hij op een enkele vierkante meter
de hem vertrouwde sfeer, van waaruit hij zovele jaren geleden zijn
boeken schreef. Al zei hij het niet zo letterlijk, uit het gemak, waar
mee hij zich bewoog, bleek wel, dat hij het bestuur van de Haarlemse
r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek dankbaar was voor deze unie
ke gelegenheid om naar eer en geweten zijn leven te vertellen.'
Bomans ziet zich in 1955 genoodzaakt zijn bestuurszetel wegens drukke
bezigheden ter beschikking te stellen. Besloten wordt zijn lidmaatschap
van het bestuur voorlopig 'slapende' te houden. Een jaar later treedt hij
alsnog definitief af.
Drs. H.W.M. van Run, hoofdredacteur van de Nieuwe Haarlemsche
Courant en van 1953 tot 1957 voorzitter van de r.k. Openbare Leeszaal en
Bibliotheek, schrijft in een brief aan Bomans in het voorjaar van 1956
hieromtrent het volgende:
'Op 9 Februari van het vorig jaar heb ik U toegezegd, dat ik op de
bestuursvergadering van 10 Februari daaraanvolgend Uw op 12 Janu
ari van hetzelfde jaar kenbaar gemaakt verlangen tot het beschikbaar
stellen van Uw bestuurszetel ter sprake zou brengen. Dat heb ik ook
gedaan. Mijn mededeling maakte echter zulk een indruk en verwekte
zoveel droefenis, dat men aan een redelijke bespreking niet toe
kwam.
Op iedere sedertdien plaats gehad hebbende vergadering heb ik de
kwestie van Uw heengaan als nummer éen op de agenda geplaatst.
Aanvankelijk meende niemand, dat wij U mochten laten gaan.
Dieper in het zomerseizoen van 1955 kwam er echter een lichte ken
tering. Sommigen probeerden zich voorzichtig in te leven in het
-164—
Haerlem Jaarboek 2002