In de winter kwam er plotseling schot in. De helft wilde U behouden,
de helft wilde berusten in Uw heengaan. Voor mij betekende dat een
allerpijnlijkste situatie, omdat ik, zoals Ge U uit het huishoudelijk
reglement zult herinneren, gerechtigd ben, in mijn kwaliteit van
voorzitter bij het staken der stemmen een dubbele stem uit te bren
gen. Ik meende tegen te moeten stemmen. Ik kon het namelijk niet
met mijn verantwoording overeen brengen, dat ik juist degene zou
dechargeren die ik moest blijven verdenken van het innen van extra-
provisiën, voortvloeiend uit de abominabel hoge waterschade-verze-
-166- kering, terwijl er slechts éen kraan aan het gebouw aan de Nieuwe
Gracht aanwezig is. Uw beschuldiging, dat ik na de door mij verzorg
de verbetering der verlichting de oude ballonnetjes in de sluikhandel
zou hebben gebracht, subsidiair deze zou hebben verkocht aan
"Haarlems bloei" voor de verlichting der grachten ten tijde van
"Haarlem-Lichtstad", heb ik steeds gezien als een manoeuvre om de
aandacht van Uw eigen handelingen af te leiden.
Nu er echter een bestuurswijziging op til is, waarover U in de bijge
voegde circulaire nader wordt ingelicht, heeft een ruime bestuurs-
meerderheid gemeend Uw verlangen tot het neerleggen van Uw func
tie te moeten respecteren.'
Juffrouw Vinkenburg
Op 31 juli 1953, na een directeurschap van bijna vijf jaar, neemt mevrouw
Boeren-Versteegh ontslag. Als opvolger wordt benoemd mej. C.J.M.J.
Vinkenburg (1907-1997), tot dat moment directrice van de r.k. Openbare
Leeszaal en Bibliotheek te Sittard. Zij behaalde in 1939 haar diploma
assistent o.l.b. aan de r.k. School voor Maatschappelijk Werk te Sittard,
in 1941 gevolgd door het directeursdiploma. Juffrouw Vinkenburg, zoals
zij aangesproken wenste te worden, zou de r.k. Openbare Leeszaal en
Bibliotheek leiden tot de fusie met de Stadsbibliotheek in 1971.
Wim Helversteijn, oud-stadsverslaggever van de Nieuwe Haarlemsche
Courant en chroniqueur van katholiek Haarlem na de Tweede Wereld
oorlog, omschrijft juffrouw Vinkenburg bij haar overlijden als iemand
met een grote eruditie, belezenheid en perfectionistische instelling, die
veel voor katholiek Haarlem heeft betekend en haar bibliotheek nadruk
kelijk aanzien heeft gegeven.
Juffrouw Vinkenburg zet zich in de jaren vijftig in voor een betere be
loning van de leeszaalmedewerkers. In 1954 schrijft ze aan drs. P.J. van
Swigchem, secretaris/penningmeester van de Centrale Vereniging:
Haerlem Jaarboek 2002