te bedrijven vrijkwamen werden uitsluitend door de grote brouwerijen
ingenomen. Alleen deze grote bedrijven konden de productie voldoende
opvoeren om aan meerdere afnemers te leveren.15' Ten slotte werden er in
de loop van de zestiende eeuw nieuwe biertypen en productietechnieken
uitgevonden die een grotere diversiteit en opbrengst mogelijk maakten.
Om de nieuwe procédés te kunnen uitvoeren was het echter noodzake
lijk te investeren in modernere en grotere brouwinstallaties. De kleine
brouwers konden de ontwikkelingen vaak niet afdoende bijhouden en
verspeelden hun afnemers die de nieuwe biersoorten prefereerden.16'
De archiefbronnen over de brouwerij
Voor het onderzoek in Haarlem is gebruik gemaakt van verschillende
bronnen. De belangrijkste bron bestaat uit brouwerslij sten in de thesau
rierrekeningen van de stad Haarlem.17' Deze brouwerslijsten zijn samen
gesteld door de bestuursleden oftewel de vinders van het brouwersgilde
en door de thesauriers overgenomen in de rekeningen.18' Voor de jaren
1518,1520-1538 en 1548-1552 zijn alle namen van de praktiserende brouwers
vermeld. Tevens staat hierbij hoeveel brouwsels zij dat jaar gemaakt heb
ben. Op deze manier kon men het bedrag vaststellen dat aan brouwgeld
en bieraccijns betaald moest worden. De lijsten geven een volledige
opsomming van alle praktiserende brouwers in het betreffende jaar. Door
deze complete lijst is het tamelijk eenvoudig de brouwsters te traceren.
De brouwers staan in een redelijk vaste volgorde vermeld, waarbij de
geografische plaats van de brouwerij de positie in de lijst lijkt te bepalen.
Hierdoor is het tot op zekere hoogte mogelijk opeenvolgende brouwers
in dezelfde brouwerij te volgen, zelfs als zij niet dezelfde naam dragen.
Op het moment dat de naam van een man die verscheidene jaren achter
elkaar op dezelfde plaats genoemd staat uit de lijst verdwijnt, en op
dezelfde plaats de naam van een vrouw verschijnt, is het zeer waar
schijnlijk dat zij hem opgevolgd heeft en in de meeste gevallen zijn wedu
we is. Het noteren van het aantal geproduceerde brouwsels per periode
maakt dat van iedere brouwer valt vast te stellen hoe groot zijn of haar
productie was, en of deze fluctueerde.
Het gilde van de Haarlemse brouwers was het Sint-Maartensgilde. Een
aanzienlijk deel van het archief van dit gilde is bewaard gebleven. Een
groot gedeelte van de documenten in het gildearchief heeft betrekking op
besluiten die door het stadsbestuur zijn genomen. Vaak waren de brou
wers het niet eens met deze besluiten. Zij verdedigden hun belangen door
middel van protestbrieven en petities.19' Tevens raakten de brouwers
regelmatig in conflict met personen of organisaties die op dezelfde markt
MARJOLEIN VAN DEKKEN