tijd gebruikelijk een trapgevel. In de verkoopakte van 1631 wordt vermeld
dat de muren met minstens één buurman gemeenschappelijk zijn en de
corresponderende goot van lood is. De huisnaam is waarschijnlijk op een
uithangbord aangebracht want de verkoopakte spreekt van 'een huijsin-
ge daer de drije cooltgens vuijthangen'.
Nieuwe eigenaar wordt 'glasemaecker' Aelbert Bartholemeeusz. Het
huis wordt vermeld als staande en leggende op de Beeck. De Beek was
een waterloop vanaf de Brouwersvaart tot aan het Spaarne en werd in de
zestiende eeuw ter hoogte van de huidige Spekstraat overkluisd. In 1682
-236- blijkt dat het uithangteken vervangen is door een gevelsteen. Dan wordt
gesproken van een huis 'daer de drie buyskolen in de gevel staen'. De hui
dige Spekstraat heette in die tijd Kerckstraat. De volgende dertig jaar is
het huis in gedeeld eigendom van verschillende eigenaren, maar vanaf
1714 is weer sprake van één eigenaar, Jacob van Heijningen, koopman te
Amsterdam. Zeker tot 1778 behoudt het huis de benaming 'De Drie
Buijskolen'. In dat jaar koopt Johan Frederik Hollendijk het huis. Hij is
zaadhandelaar en tapper van beroep. Het huis wordt door hem geheel
verbouwd tot woonhuis met winkel. Wanneer dat precies gebeurde is niet
bekend maar de verbouwing moet kort na de koop zijn uitgevoerd. De
oude voorgevel (trapgevel?) maakte plaats voor de huidige klokgevel en
het interieur werd aan de mode van de tijd aangepast. Een en ander is op
te maken uit de veilconditie die werd opgemaakt toen het huis in 1803
door de weduwe van Hollendijk werd verkocht.
Spekstraat 10 wordt daarin omschreven als 'een groot, schoon, sterk,
weldoortimmerd en extra wel ter neering staand winkelhuis en erve,
waarin de zaad negotie, mitsgaders tapneering zedert vele jaren met het
beste succes is gedaan en als noch word gecontinueerd; staande en gele
gen aan de zuidzijde van de Kerk of Spekstraat bij de Warmoestraat;
voorzien van een voorhuis met een comptoirtje, een ruime binnekamer
met haard, bedstede en kas, een grote behangen en gelambriseerde agter-
kamer met een bedstede en twee ruime kassen, vervolgens een plaats met
regen en pompwaters pompen, pottenkas en verders gemakken, verder
een keuken met haardstede, fournuis en verdere commoditeiten, boven
een ruime voorkamer, een overloop met een bedstede en berging voor
turf, voorts een ruime agterkamer met een haard, bedstede en kas, hooger
een groote lugtige kleerzolder, waar agter nog een zolder en boven dezel
ve een vliering, onder deze huizing twee overwulfde kelders'.
In de koop was het interieur van de winkel en de bij de zaadwinkel
horende winkelgereedschappen niet inbegrepen. In de veilconditie wordt
daarvan een afzonderlijk overzicht gegeven:
Haerlem Jaarboek 2002