ling. 'Mocht u het hinderlijk vinden, dan heb ik graag dat u dat zegt
legde hij tevoren vast. En na een geslaagde repetitieavond kon hij
bedachtzaam knikken, om dan te zeggen: 'Ik denk dat het heel mooi
wordt, dat zie je nu al.' Evenals vroeger bij de krant, was ook hier
opnieuw sprake van oprechte belangstelling.
Lennaert Nijgh
29 januari 1945-28 november 2002
Het is woensdag 29 januari, even tegen vieren. Wolken vol met regen
trekken ineens wonderwel weg. De hele dag hadden ze Haarlem gedreigd
met buien. Nu worden aan de hemel zelfs stukken blauw zichtbaar. En
terwijl een waterig zonnetje de witte torenspits van de Bakenesserkerk
waarachtig voorzichtig doet ontvlammen, houdt aan de Bakenesserstraat
een dikke Mercedes-taxi stil.
De wagen van Taxi Adriaan is besteld door een klein groepje, dat even
later - bewapend met jonge tuinplantjes in dunne plastic tasjes - komt
aangelopen. 'Wij willen naar Lennaert!', roept een van hen, als het groep
je in de taxi heeft plaatsgenomen. En nee, de chauffeur reageert niet eens
verbaasd: 'Natuurlijk, Lennaert. Maar waar ligt die eigenlijk?' Als hij de
wagen vervolgens in een rustig vaartje over de Dreef richting Heemstede
stuurt, vult de taxi zich met een vreemde want opgetogen stilte. 'Wij, we
gaan naar Lennaert.'
Lennaert Nijgh zou deze dag 58 geworden zijn. Het is zijn verjaardag,
KO VAN LEEUWEN en JOHN OOMKES
NECROLOGIEËN