Leiden was het de invoer van Engelse wol die vanaf ongeveer 1400 een
belangrijke impuls gaf aan de productie en export van laken. Het hoog
tepunt van de Leidse lakenindustrie werd omstreeks 1480 bereikt. Tot in
Zweden werden de Leidse stoffen verhandeld. Een laatste punt van over
eenkomst van Leiden met Haarlem vormde het grote aandeel dat deze
bedrijfstak had in de stedelijke inkomsten, en de bijbehorende bemoei
enis van de overheid met de ambachtslieden.™»
In de vijftiende en het begin van de zestiende eeuw was ongeveer vijf
entwintig procent van het aantal drapeniers vrouw. Dit is een groter per
centage dan het gemiddelde aantal zelfstandige brouwsters in Haarlem in -35-
de eerste helft van de zestiende eeuw. De vrouwelijke drapeniers die de
grotere bedrijven en het meeste aanzien bezaten waren getrouwd of
weduwe geworden. De vrouwen die nooit trouwden en toch werkzaam
waren als lakenhandelaar hadden het moeilijker. Waarschijnlijk maakten
zij een zeer klein deel uit van het totale aantal vrouwelijke drapeniers.75»
Een verschil met de vrouwelijke brouwers is dat een derde van de drape
niers een echtgenoot had die nog leefde. Hoewel dit misschien ook een
enkele maal voorkwam bij de brouwsters waren de meeste van hen wedu
we. Bovendien was het in bijna alle gevallen het bedrijf van de overleden
echtgenoot dat de brouwsters voortzetten. Bij de Leidse drapeniers was
dit niet vanzelfsprekend. Van de twaalf vrouwen die samenwoonden met
een nog levende echtgenoot werkte er één samen met haar man, drie had
den een eigen bedrijf en van de andere acht is het niet bekend of het
bedrijf werd gedeeld. Met betrekking tot de weduwen is het slechts bij een
van de veertien vrouwen zeker dat zij het bedrijf van haar echtgenoot
voortzette.
Een groot aantal van de brouwsters in Haarlem en Gouda stond aan
het hoofd van een middelgroot tot groot bedrijf. Bij de Leidse vrouwelij
ke drapeniers was dit niet het geval. Waarschijnlijk zette slechts een
enkele keer de weduwe van een grote drapenier het bedrijf voort. Het was
echter zeer moeilijk voor een vrouw om een bedrijf groot te maken dan
wel te houden. Dit was enerzijds een gevolg van de politieke invloed die
de drapeniers hadden, anderzijds van de verplichting tot reizen die het
beroep met zich meebracht. De grote drapeniers gingen regelmatig naar
Calais om te onderhandelen over de prijs van de Engelse wol. Een geor
ganiseerd systeem waarbij enkele vinders van het gilde alle lakenhande
laars vertegenwoordigden, ontbrak. Ook waren de grote drapeniers de
woordvoerders van de stad in onderhandelingen met andere steden en
afzetmarkten. In hun thuisstad hielden zij toezicht op de productie en
verwerking van de grondstoffen. In een samenleving waarin vrouwen
geen politieke status of aanzienlijke invloed bezaten was het voor hen
MARJOLEIN VAN DEKKEN