Van het eigenlijk raadswerk is niet veel terug te vinden in de agenda's.
Wel is bijvoorbeeld de gedachte om de bolwerken in wandelparken te
veranderen en de verfraaiing van de Haarlemmerhout op Johannes ui
terug te voeren.42» In zijn nalatenschap bevinden zich allerlei aantekenin
gen over onderwerpen die met zijn werk voor de stad samenhangen. Zo
is er een uitgebreide notitie van n november 1828 over de lijkbezorging
die uiteindelijk tot een verlaging van het tarief voor begrafeniskosten
geleid heeft:
'De buitengewone onkosten, welke tengevolge van voorouderlijke -85-
gebruiken, met het begraven van lijken binnen deze stad en denzel-
ver jurisdictie te weeg worden gebragt, zijn bekend. Bijna allen
komen daarin overeen, dat deze onkosten in geene evenredigheid
staat tot het object, waar toe zij worden besteed, en weinigen zullen
ontkennen, dat het betalen dezer onkosten, bij treurige sterfgevallen
onder lieden der middenklasse, de overblijvenden zeer moeilijk
valt.'«»
De notitie behelst verder een zeer uitgewerkt plan om de onkosten van
het begraven niet alleen te beperken, maar de ook gehele lijkbezorging te
rationaliseren.44»
Veel belang stelde hij in zijn regentschap voor het Oudemannenhuis.
Gedurende de uiterst moeizame laatste jaren van de Franse tijd was het
gelukt om de instelling overeind te houden. Een paar maanden voor zijn
eigen overlijden werd deze op 1 augustus 1866 opgeheven. In de uitvoeri
ge aantekeningen in zijn agenda van dat jaar wordt ook zijn werk en
engagement inzichtelijk. Zo kwam van hem het idee om bij de maaltijden
de inwoners 'zooveel doenlijk van gelijke denkwijze en opvoeding bijeen
te brengen'.45> In totaal was hij sinds 1809 57 jaar regent en reageerde hij
met verbittering op de besluiten van het 'democratisch stadsbestuur'
vanaf de jaren vijftig (bedoeld was de rechtstreeks, niet meer getrapt
gekozen raad) het Oudemannehuis te beknotten en uiteindelijk op te hef
fen.
Openbare liefdadigheid was in zijn denken sterk verbonden met de
handhaving van de openbare orde. In zijn nagelaten papieren bevindt
zich een notitie Vlugtige gedachten over het armwezen waarin dat sterk
naar voren komt.46» Uitvoerig wordt daarin stil gestaan bij het 'wanbedrijf
van het bedelen en de noodzaak bedelaarsgestichten met een strak regi
me op te richten.
Aan het eind van zijn leven kwamen de talrijke gouden jubilea van zijn
bestuursfuncties. Dit leidde tot tal van sociale hoogtepunten die nauw-
FRANS WILLEM LANTINK