De Kamp
Ten oosten van de IÜeine Houtstraat, tussen de Gedempte Oude Gracht
en de Kampersingel, ligt de Kamp. De IGeine Houtstraat volgt de rand
van de strandwal. De Kamp ligt in het vroegere oevergebied van het
Spaarne, waar landerijen nu eens droog lagen en dan weer blank kwa
men te staan. De wijk ontleent zijn naam aan het feit dat de oeverstrook
was verdeeld in percelen die als kampen werden aangeduid. Het gebruik
om in het enkelvoud van de Kamp te spreken is tamelijk recent. Eeu-
-114- wenlang heette de buurt de Kampen, in het meervoud. Eén van die kam
pen zijn we al tegengekomen: het stuk land dat Jan Arnoud in 1348 in
eigendom kreeg nadat hij het daarvoor in leen had gehouden. Later, toen
de Kampen bebouwd waren geraakt, onderscheidde men een Voorkamp,
tegenwoordige Essenstraat geheten, en een Achterkamp, nu De Witstraat.
De Voorkamp heeft direct aan het Spaarne gelegen (de Turfmarkt is een
landaanwinning uit latere tijd) en moet daarom overeenkomen met het
kampje van Jan Arnoud dat 'up die Spaerne' lag. Er heerste blijkbaar
enige verwarring over de oppervlakte van dat kampje, want in de akte uit
1348 stond eerst twee morgen genoteerd, wat naderhand in drie morgen
was veranderd. Dat kan erop wijzen dat het stukje land door aanplempen
of door natuurlijke aanwas groter was geworden.
De benaming 'kamp' geeft aan dat het land langs het Spaarne ten zui
den van de Oude Gracht in de tijd van Jan Arnoud nog een landelijk
gebied was. Het is niet precies na te gaan wanneer de stadsbebouwing
zich naar De Kamp uitbreidde, maar daar is wel naar te gissen. Het feit
dat Jan Arnoud in 1348 het volle beschikkingsrecht over zijn kampje aan
het Spaarne wilde hebben, in plaats van het slechts in leen te houden,
doet vermoeden dat hij dat perceel aan de stad Haarlem of aan een 'pro
jectontwikkelaar' wilde verkopen in het kader van voorgenomen stads
uitbreiding. Als dat vermoeden juist is, dan kan de aanvang van de ge
schiedenis van De Kamp als stedelijk woongebied omstreeks 1350 ge
plaatst worden.I5)
Jan Arnoud van Bennebroek verkreeg in 1352 nogmaals een deel van
zijn leengoed in vrij eigendom.l6) De graaf schonk hem dat goed, opdat
hij het kon verkopen om aan losgeld te komen. Jan Arnoud had namelijk
het ongeluk gehad, bij het beleg van Montfoort in gevangenschap te gera
ken. Dit deel van het leengoed werd omschreven als vier kampen land
buiten Haarlem naast het Rozenprieel, langs het Spaarne naar de Hout
strekkend, tussen tien en twaalf morgen groot. Daaruit volgt dat de kam
pen in kwestie ten zuiden van de Kampersingel lagen. Namen die naar
kampen verwijzen komen daar nog steeds voor (Kamperstraat, Kam-
Haerlem Jaarboek 2004