zal probeeren zóó vluchtig te schrijven, dat iedereen terstond bemerkt, dat het degelijke van mijn inspanning aan andere dingen wordt verpand. Eerst ambtenaar en dan schrijver.' Simon Vestdijk De bundel Schrijvers en schrifturen van Frits Smit Kleine verscheen in 1891 bij de Haarlemse uitgever H.D. Tjeenk Willink. Het is de bundeling van een aantal opstellen die hij in de jaren 1888 en 1889 onder dezelfde -161— titel als feuilleton bijdroeg aan de Oprechte Haarlemsche Courant. Maar niet alles wat in de krant stond, kwam ook in de bundel. Niet opgenomen werd bijvoorbeeld de necrologie die hij op 1 oktober 1888 wijdde aan Simon Vestdijk (de grootvader van de bekende schrijver), die op 9 juni 1830 gevonden werd in de Dijkstraat te Haarlem die uitkomt op de Oostvest en die - ook als publicist - zoveel zou gaan betekenen voor het gymnastiekonderwijs in Haarlem en Nederland. Smit Kleine geeft een evocatie van de Achterstraat, tegenwoordig Anthoniestraat geheten. Daar lag de binnenplaats van de 'vorstelijke woning' (het Hodsonhuis) waar achtereenvolgens de professoren Breda, Baumhauer en Bosscha woon den als secretarissen van de Hollandsche Maatschappij der Weten schappen. Daar waren de kantoren van de koopman Kees Jan Smits, de ververij van Koetser en de azijnmakerij van Barnaart en Kleine (de vader van de auteur) gevestigd. In die straat opende Vestdijk in 1853 of 1854 zijn gymnastiekschool, met steun van het departement Haarlem van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De primeur voor gymnastiekon derwijs in Haarlem had Vestdijk daarmee niet. In 1851 had de minister van Binnenlandsche Zaken de Duitser C. Euler als gymnastiekonderwij- zer aangesteld bij de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Haarlem, met de kennelijke bedoeling om de gymnastiek op den duur zo in het hele land ingang te doen vinden. Maar terug naar Smit Kleine: puttend uit zijn eigen herinneringen geeft deze een portret van Vestdijk: 'Langs een smallen gang, door een klein voorhof, kwam men in den gymnastiek-tempel of liever in de gymnastie-zaal, want sloopt de tijd veel, hij heeft ten onzent de gymnastie met een k verrijkt. Het was eene lage, weinig breede, maar zeer lange zaal, die aan weerszijden door een ongelijk aantal vensters het volle daglicht liet binnenvloei en. De zoogenaamde kleedkamer, ook wel schermkamer genoemd, was een klein vierkant vertrek, waarin vóór de lessen proeven van NOP MAAS EN A.G. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 163