Ondanks de genomen maatregelen ontstond er op 17 mei 2001 opnieuw
zettingschade aan de Janskerk en aan de aanbouwen van de kerk tijdens
het intrillen van de damwanden voor de archiefkelder. Dit waren scheu
ren vlak naast de aangebrachte verankering, grotere zetscheuren in de
gewelven, scheuren in het stuc- en metselwerk van de keuken, de leeszaal
en de daarboven gelegen kantoorruimtes van de aanbouwen. Daarbij tra
den verdere verzakkingen van de zerken op, nu ook in de zijbeuk van de
kerk.
Teneinde de omvang van de schade vast te stellen is in eerste aanleg
-180- contact gelegd met Aannemingsbedrijf Holleman uit Santpoort, een be
drijf met jarenlange ervaring in het consolideren en restaureren van dit
soort gebouwen. Dit bedrijf heeft ook de restauratie van de kerk tussen
1975 en 1980 uitgevoerd. Naar aanleiding van de tweede schade is Con
structiebureau De Prouw bv uit Bunnik aangezocht; zij hebben zich
gespecialiseerd in constructief herstel van monumenten en worden aan
bevolen door vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor Monumenten
zorg. Voorts is contact gelegd met Grondmechanisch bureau Geomet bv
uit Alphen aan de Rijn, die door een jarenlange betrokkenheid bij onder
meer de ontwikkeling van de De Appelaar bekend is met de specifieke
bodemgesteldheid in Haarlem. De aanbevelingen van Geomet en van
constructiebureau De Prouw hebben geleid tot een aantal aanvullende
maatregelen, die door de aannemer van de shdh zijn uitgevoerd. Zo zijn
rondom en in de kerk ijkpunten aangebracht, zodat goed in de gaten kon
worden gehouden of de kerk nog meer aan zetting onder hevig was tij
dens de verdere bouw van de Janskliniek.
Voor het herstel van de schade aan de Janskerk is, in overleg met het
bureau Monumentenzorg van de gemeente, een plan van aanpak ont
wikkeld. Dit plan is vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan de Rijks
dienst voor Monumentenzorg (rdmz). Hierna is een offerte gevraagd bij
het aannemersbedrijf Holleman. Met de aanvang van de eerste fase zou
worden gestart als het kelderdek ofwel de begane grond van de nieuw
bouw was gestort. Pas op dat moment konden de werkzaamheden aan de
kerkmuur beginnen. Op 5 februari 2002 kon de restauratie beginnen.
Tegelijk startte men met de gedeeltelijke ontruiming van de depots, de
aanpassing van de brand- en inbraakinstallaties en de verplaatsing van
enkele werkplekken.
De restauratiemethode bestond eruit dat alle scheuren in het metsel
werk in metselverband uitgehakt werden. De ontstane gaten in de gevels
moesten, met stenen, mortel, metselverband en voegwerk, in overeen
stemming met het oudste metselwerk ingeboet worden. De fundering is
voordat er met het metselwerk werd begonnen, over de volle noordgevel
Haerlem Jaarboek 2004