Amsterdam in Haarlem kwam wonen, begon hij hier te regisseren. Zijn eerste vereniging was Gene- sius. Bij Genesius wist de perfec tionist de acteerprestaties van zijn spelersgroep in de vijftien jaar dat hij aan de club verbonden was enorm op te krikken. Uiteindelijk sleepte hij met zijn club zelfs een eerste prijs in de wacht, in een door het gezelschap Alberdingk Thijm uitgeschreven toneelwed strijd. Na Genesius volgden ook De Eglentier, Karakter, Thalia, God fried Bomans en Alberdingk Thijm. Vooral aan Thijm had hij zijn hart verpand. Eén van zijn hoogtepun ten daar was de regie van De Babyfoon, van Herman Lutgerink. Dankzij de vasthoudendheid van Kraay mocht Thijm als eerste ama teurtoneelgroep dit stuk spelen. Lutgerink wilde het stuk namelijk niet vrijgeven voor amateurs, maar met een reeks van brieven met ware smeekbedes wist de Haar lemse regisseur de auteur aan zijn kant te krijgen. Andere successen bij Thijm waren Droom van een vrouw en ook Een Zomerzotheid, naar het boek van Cissy van Marxveldt, waar in alle kinderen Kruijver meespeelden rond het gouden toneeljubileum van Jeanne Kruijver-Rubeling. Opzien baarde ook de jubileumvoorstel ling van het ioo-jarige Alberdingk Thijm: De Burgeredelman, waaraan ook het Koninklijk Mannenkoor Zang en Vriendschap meewerkte. Kraay volgde de prestaties van de Haarlemse groepen nauwgezet en van bijna allemaal was hij donateur geworden. John Kraay kun je een bruggenbouwer binnen het Haarlemse ama teurtoneel noemen. Hij wist verenigingen te inspireren oprecht naar elkaar te gaan kijken, zonder het gebruikelijke vooroordeel dat zij het zelf beter zouden hebben gedaan. Hij werkte overkoepelend en dat wierp zijn vruchten af. Er ontstond een aangenaam toneelklimaat, waarin de ver- Haerlem Jaarboek 2004

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2004 | | pagina 222