functies, structuren en vormen van eigendom noem ik de ruimte lijke erfenis. Deze kon zowel materieel als juridisch zijn. Materieel bestond de erfenis uit de verkaveling, aanwezige infrastructuur en de uitgeoefende functies, juridisch bestond de ruimtelijke erfenis uit het grondeigendom en incidenteel uit een juridische last dat op de grond rustte. De invloed van de ruimtelijke erfenis kan worden getoond aan de hand van de zuidzijde van de stad. Hier lag een zeer fijn verka veld deel van de stadsrand (zie figuur 7). Het meest direct aan de stad grenzende deel van de stadsrand was in enkele honderden kleine percelen verkaveld. De meeste percelen werden gebruikt als buiten, met daartussen in en omheen bloembollenlanden en een enkel stuk weiland. Het grondeigendom was vrijwel net zo versnip perd en bestond uit enkele honderden eigenaren. Bovendien was een groot aantal percelen verzwaard met een zakelijke last (zie hieronder). De gemeenteraad realiseerde zich mede hierdoor al bij het opstellen van het uitbreidingsplan dat veranderingen niet gemakkelijk gerealiseerd zouden kunnen worden. De zuidelijke stadsrand was echter potentieel krachtige bouwgrond. De gronden lagen gunstig ten opzichte van de stad en de hooggelegen zand gronden vormden ideale bouwgrond. Al sinds de jaren zestig werden bouwplannen voor dit gebied ontwikkeld. Het duurde echter tot 1898 alvorens er daadwerkelijk werd gebouwd. Een belangrijke rol speelde grondeigenaar 'het fonds van De Haas'. Dit Fonds was een legaat van dr. A. De Haas dat bij zijn dood in 1792 was opgericht. In de voorbereiding voor het gemeentelijk uitbreidingsplan had raadslid A.L. Dyserinck met de directeuren van het Fonds gepraat. Dyserinck legde de directeu ren de wens voor om 'zoo mogelijk de gemeente in aansluiting met de Wilhelminastraat en het Florapark uit te breiden, om daardoor meer communicatie in die gedeelten te verkrijgen en zodoende in verband daarmede een der eerste afdelingen van Haarlem te stich ten'. In 1886 memoreerden de directeuren van het Fonds dat het de toenmalige directeuren 'met de beste wil van de wereld niet moge lijk was om terreinen ter beschikking te stellen.' Waarom precies is niet bekend, zeker is echter dat het Fonds geen medewerking ver leende. Het Fonds vormde bovendien niet het enige obstakel. De gemeentelijke Commissie van Financiën had namelijk gesteld dat zij hier alleen in de verharding en verbreding van wegen zou inves teren als de plannen voor de singel tussen de voormalige Raam- JAARBOEK HAERLEM 2007

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 92