Het Hofje van Oorschot in 1939. (Foto dr.G.H. Kurtz, collectie Noord-
Hollands Archief)
onze stad ook daarom vermaardheid gegeven. Op 't voormalige kan
toor van Jhr. Mr. F.W. van Styrum kwam eens een collega uit een andere
plaats een bezoek brengen. Daar deze even had moeten wachten, had
hij tijd gevonden om een lijst, die aan den wand hing, na te zien. Op
deze lijst kwamen de namen voor van de Haarlemsche hofjes, alphabe-
tisch aangeduid; het heele alphabet was er mede gemoeid. Mr. Van Sty
rum was regent van het hofje van Noblet. Toen nu beide heeren geze
ten waren kwam het gesprek ook op de hofjes. 'Nu', zei de bezoeker, 'ik
heb daarjuist opgemerkt, afgaande op die lijst daar, dat Haarlem van
A-z uit hofjes bestaat.'
En na deze uitweiding over Oorschot's hofje, komt allang op hare
beurt wachtende, de naam van Suze Noiret naar voren. Wel niemand
over Haarlem en Haarlemsche toestanden van zestig en zeventig jaren
geleden schrijvende, kan er aan ontkomen ook over de Camera Ob-
scura iets te zeggen.
Juffrouw Noiret is de dame, die in de familie Kegge door Van der
Hoogen onderweg wordt lastig gevallen. Zij bezocht hare moeder die
een hofje bewoonde en die daar stierf. Hildebrand leest hem onom
wonden de les. Hij gaat echter zelf niet geheel vrij uit. Hij noemt zijn
beschermelinge gewoonweg Noiret (zwartje), wat er op wijst, dat Hil-
114 JAARBOEK HAERLEM 2009