Ups en downs Het is duidelijk dat Jacob London succesvol is in de uitoefening van zijn vak en daarnaast in zeer goeden doen. Hij moet zijn werk met lief de en gedrevenheid hebben beoefend. Dat betekent niet dat altijd alles goed gaat. Zo heeft hij deelgenomen aan een prijsvraag voor een ver zorgingstehuis in Hilversum. Maar pas nadat iemand anders de prijs heeft gewonnen, blijkt dat het ontwerp van London was zoekgeraakt en daardoor buiten beoordeling was gebleven. De procedure werd ver volgens niet heropend. Vrijwel alle vakbladen schrijven daarover in een mineurtoon, samen te vatten als: jammer dat een zo gerenommeerd architect slachtoffer wordt van een bureaucratische houding.11) In Hilversum leidt London ondertussen, naast de eigen ontwerp- en bouwactiviteiten, ook andere architecten op, bijvoorbeeld Egbert Reitsma (1892-1976) die na zijn Weense studie praktijkervaring opdoet bij deze collega en mogelijk zelfs tot 1917 met hem samenwerkt. De Groninger Reitsma heeft daarna vooral in noordoost Nederland veel gebouwd. Bouwstijlen London's bouwstijl varieert nogal. Aanvankelijk bouwt hij historise rend en in neostijlen. Van neogotiek en neorenaissance tot neobarok. Bij landhuizen mengt hij soms elementen van de Engelse landhuisstijl (erkers) met classicistische - (pilaren) en met barok-elementen (orna mentiek). Dit is duidelijk te zien aan het Haarlemse pand Fonteinlaan 11, ook bekend als het huis 'Hildebrand', waar al deze stijlelementen samenkomen. Maar ook Art Nouveau -elementen, het modernisme en de nieuwe zakelijkheid zijn in sommige van zijn latere ontwerpen terug te vinden. Vooral in zijn vroege - Haarlemse - periode werkt hij veel samen met de bekende Haarlemse beeldhouwer Louis J. Vreugde (1868-1936). Veel beelden en gevelornamenten zijn van diens hand. Het gevelbeeld van Johan van Oldenbarnevelt op het hoekhuis Zijlstraat 29/Witte He renstraat is daarvan een in het oog springend voorbeeld. London's visie op architectuur en zijn eigen ontwikkeling daarin zijn slechts af te leiden uit zijn bouwwerken, schrijft het Nederlands Architectuurinstituut op de eigen website, want hij heeft zelf geen enkel geschrift hierover nagelaten. Wel kan men uit verschillen in ont- LENY WIJNANDS-VAN DER LEIJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2009 | | pagina 137