'Deze eerwaarde en vrome priester van Christus, groot weldoener
van de armen, mild voor zijn naasten, geliefd bij God en de men-
sen[,] broer van mijn grootvader Bartout van Assendelft, overleed
in 1483 Ik was ooggetuige. Hij was ook de stichter van een Maria-
gasthuis voor dertien arme oudjes aan de St.-Janstraat in Haarlem,
waarin hij twee plaatsen voor zichzelf en zijn erfgenamen reser
veerde. Dit gasthuis stichtte hij in het ouderlijk huis[.] Er wordt
dagelijks mis gelezen en op zondag gezongen, en ook wordt dage
lijks gezongen voor Onze Lieve Vrouwe. Hij heeft daar 58 jaar
lang elke ochtend om zeven uur de mis opgedragen. De armen
stroomden op die tijd toe, en hij gaf ze allemaal een aalmoes. Elke
zaterdag onthield men zich van wijn en werd gevast Zijn ziel
en die van zijn ouders rusten in vrede.'
Hugo legt dus de nadruk op het gasthuis dat zijn oudoom omstreeks
1435 stichtte, toen hij zijn huis aan de stad schonk, om daarin 'ter ere
van Onze Lieve Vrouwe' een gast- of armhuis in te richten en missen te
laten lezen. Omdat hij priester was, trad zijn verwant Klaas van Assen
delft als zijn voogd op.6' Het gasthuis had een kapel, waar een gebeds
portret met familiewapens van de stichter Hugo en zijn broer Bartout
hing. Er mocht niet worden begraven. Gestorven bewoners werden el
ders ter aarde besteld.7' Zelf werd Mr. Hugo van Assendelft na zijn
overlijden in Haarlem begraven in Warmond.
Maar ook het klooster te Heemstede wordt door de achterneef ver
meld: 'Mr. Hugo van Assendelft stichtte, zoals de Kroniek van Hol
land stelt, ter ere van de H. Bernardus een klooster, waarvan de datum
als volgt luidt: "Christus regere en zegene deze Hemelpoort, i458".'s' De
plannen voor deze tweede Mariastichting gingen terug tot 1455. In 1457
schonk Mr. Hugo aan Mariënhaven te Warmond de grond in Heemste
de waarop binnen twee jaar een priorij moest worden gebouwd. Het
jaar daarop, toen de bouw al was begonnen, kwam uit dat dit geen
eigen land was maar grafelijk leengoed. De toenmalige leenman had
het vijftig jaar eerder buiten medeweten van de leenheer verkocht alsof
het zijn eigendom was, en zo schonk Van Assendelft het op zijn beurt
aan Mariënhaven. De grafelijke rentmeester wist in 1458 geen betere
oplossing dan het land aan het nieuwe klooster in leen te geven.9' Het
jaar 1458 geldt sindsdien als stichtingsjaar. De jonge Heemsteedse pri
orij kreeg al bij de bisschoppelijke goedkeuring in 1457 het recht van
begrafenis. Dat Mr. Hugo als stichter hiervan geen gebruik heeft ge-
KEES KUIKEN