Dat Jan Klaasz. Diert uit de familie Gaal stamde, blijkt uit zijn zegel.14' Dit is interessant omdat een lid van deze familie te Haarlem ruim een eeuw later betrokken was bij de redding van het financieel noodlijden de klooster. Jan Klaasz. Diert staat niet speciaal te boek als Marialief- hebber. Wel was hij betrokken bij een groep St.-Antoniusvereerders, aan wie hij in 1440 een huis buiten de Schalkwijkerpoort schonk voor een gasthuis.ls' In 1455 was hij naar eigen zeggen vicaris in de parochie kerk te Haarlem (de St. Bavo) en schonk hij aan het nieuw te bouwen klooster drie kampen land ten oosten van de Hout: de Korenvenne met de Willemslaan ten westen van de Hout, wat geestland bij Willigehorn (waar het klooster kwam) en een perceel aan het Spaarne, alles in Heemstede. Van de Korenvenne, het weiland waardoor de Willemslaan liep, weten we iets meer. Mr. Jan Klaasz. was er in 1439-1440 samen met Dirk Al- bout eigenaar van. Hij heeft er weinig plezier van gehad. Vanaf 23 okto ber 1446 moest hij namelijk meebetalen aan de alimentatie van Al- bouts weduwe. Albout had haar vermogen erdoor gejaagd en was daarom in 1439 onder bewind gesteld.16' De Korenvenne was dus ge deeltelijk dood kapitaal: de halve opbrengst ging op aan alimentatie. Het was daarom slim om het land 'in dode hand' te brengen. Pas op den duur zouden de broeders er de volle inkomsten uit krijgen - in ruil voor zielenmissen voor Mr. Jan Klaasz.17' Dit is dus een mooi staaltje van de werking van de 'zielenheilsmarkt'. Cisterciënzers onder elkaar Hoe ging een particuliere klooster- of gasthuisstichting in de vijftien de eeuw in zijn werk? Formeel-juridisch was voor de stichting een ka pitaalstorting nodig aan een bestaande rechtspersoon: een stad (zoals bij het Maria-gasthuis in 1435), een gilde of broederschap (bij het Anto- niusgasthuis in 1440) of een kerk of klooster. Zocht(en) de stichter(s) aansluiting bij een kloosterorde met een bepaalde leefregel, dan had de laatstgenoemde constructie de voorkeur. De laatmiddeleeuwse zielen heilsmarkt bood hierin ruime keuze: strenge of minder strenge ordes, kloosterlingen die wel of niet in gemeenschap van goederen leefden en al dan niet actief waren in de plaatselijke zielzorg. Op deze markt speelden niet alleen spirituele overwegingen een rol, maar bijvoor beeld ook familiebanden tussen kloosterlingen en sponsors, en de om gang van kloosters met de erfenissen en legaten. Voor Mr. Hugo van KEES KUIKEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2009 | | pagina 17