Het cisterciënzer klooster
Porta Celi. Tekening door
Hendrik Spilman, 1764.
(Collectie Noord-Hollands
Archief)
kloostergebouwen stonden. De priorij stond hiermee bijna onderaan
de ranglijst van cisterciënzer stichtingen in Nederland.32) Hoeveel
kloosterlingen van deze grond moesten leven, is onduidelijk. In 1508
telde Porta Celi minstens acht monniken en in 1581 leefden er nog
zeven. Tellen we de lekenbroeders mee (in Sibculo-kloosters nooit
meer dan de helft van het aantal monniken), dan mogen we de bevol
king van Porta Celi misschien op 15 tot 20 zielen stellen. Per hoofd was
er dan ongeveer vijf hectare land.
Was dit krappe grondbezit voldoende voor zelfvoorziening? Het
antwoord is dat de geldeconomie in de late Middeleeuwen een grotere
rol speelde dan de ordestichters in 1098 hadden voorzien. Het meeste
land in Heemstede dat Mr. Jan Klaasz. in 1455 aan Mariënhaven had ge
geven, was verhuurd. Dit land was bedoeld als startkapitaal: de kwar
tiermakers uit Warmond moesten hiervan de eerste jaren leven. Bij de
professie van een nieuwe broeder was het gebruik dat hij land of in
komsten uit land aan het klooster schonk. Zo ging de groei van het ren
derende grondbezit in beginsel gelijk op met die van de kloosterbevol
king. Een batig saldo werd geïnvesteerd in nieuwe aankopen: in het
geval van Porta Celi tussen 1455 en 1476 in totaal zes hectare geest
grond in Heemstede, in 1479 ongeveer evenveel wei- en hooiland in
Hillegom en in 1482 nog vijf hectare in Noordwijkerhout.33' Tussen 1517
en 1547 kan het pachtinkomen op zo'n 200 gulden worden geschat:
naar de normen van die tijd modaal.34'
Het land in Hillegom werd in 1479 aangekocht als boerderij met wei
en hooiland. In 1565 bleek dit land echter niet te worden gebruikt voor
l8 HAERLEM JAARBOEK 2009