[NMOW w WJ736
!®L EER NAAR LOENENS DOOD GEs'tTÜTS^
En TOT DER VROUWEN HULP GER1GT J
Door oudheid als ten val verwezen, j
HEEFT SA DELAAR EN HOEPLINGS VLYT
MY WEER GEVEILIGT VOOR EEN TYD
EN BEN DUS UIT MYN PUIN VERREEZEN
I Olthof
De gepolychromeerde gevelsteen. rechts: Vier gevelstenen
boven elkaar.
Ook bij de volgende restauratie in 1772 werd door de regenten Johan
Enschede en Cornelis Baart een gedenksteen geplaatst.
Het Frans Loenenhofje, gesticht uit de nalatenschap van Francois
Claesz. Foenen, bestond eerst uit één rij huisjes. In 1609 werd het hofje
door de Haarlemse proost Jacobus Zaffius met vijf huisjes uitgebreid
tot de huidige grootte. Zaffius was in 1571 als proost en aartsdeken in
de St. Bavo in Haarlem geïnstalleerd. Tijdens de Reformatie kwam hij
in de gevangenis terecht, maar later kon hij toch zijn oude functie blij
ven uitoefenen. Zijn familiewapen, een klimmende ram, is als gevel
steen ingemetseld in de westelijke muur van het Frans Loenenhofje.
De uitbreiding van het hofje komt tot uiting in de bij de steen beho
rend tekst:
Quin que-CamereaPraeposito Zaffiofundate A° 1609. De steen is in 1965
van de huidige kleuren voorzien.
Tijdens de renovatie van 1986 hebben de toenmalige regenten een
heel bescheiden gevelsteentje laten aanbrengen.
In augustus september 2009 zijn de twee tekststenen van Joh. En
schedé en de heren Sadelaar en Hoepeling op het hof gepolychromeerd
212 JAARBOEK HAERLEM 2009