lemaal hun oorsprong in een duinrel, een watertje uit de duinen dat over de vroegere strandvlakte (aan de landzijde van de duinen) zijn weg zocht naar de stad. Het huidige Westelijk Tuinbouwgebied beslaat gro tendeels deze strandvlakte. Deze stroompjes werden gebruikt voor allerlei doeleinden, voor de brouwerijen en blekerijen, voor het vervoer van mensen en goederen en bovendien dienden ze voor de afwatering van het gebied. Ze mondden uit in de Delft en de Houtvaart, die het overtollige water uiteindelijk naar het Spaarne afvoerden en dat heden ten dage nog steeds doen. Een mooi voorbeeld is Het Brouwersvaartpad. Uit de duinen stroomde een duinrel naar de stad, via de Brouwerskolk. Het schone water werd gebruikt door de bierbrouwerijen en de blekerijen. Vanzelf sprekend liep langs de vaart een weggetje, tevens jaagpad. Dit pad groeide later uit tot een weg langs de Brouwersvaart, die bij het ont staan van de Leidse Buurt in de loop van de 19e eeuw in de stad werd ge ïntegreerd. De vijf de folder: van het Spaarne naar de Ringvaart De vijfde dwarsverbinding is de route Zomervaart-Fuikvaart, oftewel: van het Spaarne naar de Ringvaart. Deze werd in de loop van 2009 uit gewerkt, maar was bij de verschijning van het jaarboek nog niet hele maal gereed. In tegenstelling tot de bovengenoemde routes, heeft de route Zo mervaart-Fuikvaart zijn uitgangspunt niet westelijk, maar oostelijk van de stad. Hij heeft oude cultuurhistorische wortels en behandelt stadsarchitectuur, waterhuishouding en agrarische en militaire ge schiedenis van het gebied ten oosten van Haarlem. Rond 1250 werd een waterverbinding gegraven tussen het Spaarne en het toenmalige Spieringmeer. Gezien vanaf het Spieringmeer kreeg het eerste deel van dit kanaal de naam Fuikvaart, door de 'fuikvormige' invaartopening aan de kant van het meer. Na een overstroming in 1509 werd het Spieringmeer onderdeel van het Haarlemmermeer. Ten noorden van de Fuikvaart lag de Rustenburgerschans, een be langrijke voorpost bij de verdediging van Haarlem tijdens het Spaans beleg. Deze schans gaf het tweede deel van de vaart, uitmondend in het Spaarne, de naam Rustenburgervaart. Langs de Fuikvaart kon de be voorrading van de stad, via de schans, vanaf het Haarlemmermeer lange tijd worden volgehouden. Toen de schans in 1573 werd ingeno men, viel de stad al snel door gebrek aan voedsel en munitie in Spaanse handen. JAARVERSLAG 275

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2009 | | pagina 277