De Galileanen hebben niet lang van het goede leven in Heemstede genoten. De tegenstanders van de fusie brachten de kwestie aan bij het generaal kapittel van de orde, dat de fusie in 1520 ongeldig verklaarde. De Galileanen moesten terug naar Monnickendam en het kloosterbezit werd opnieuw gesplitst. Porta Celi is deze mislukking in feite nooit te boven gekomen. Ook de traditionele zielenheilsmarkt stortte in de zestiende eeuw grotendeels in. De animo voor stichtingen en schen kingen nam door de reformatie snel af. Het allerlaatste bericht over Porta Celi danken we aan de familie Ver- wer. Mr. Willem Verwer, zoon van het echtpaar Verwer-Gaal, meldt in zijn Memoriaelbouck dat het klooster op 27 juni 1572 is 'gebroken en ge plunderd'.53) Mogelijk waren de kloosterlingen toen al gevlucht naar een huis dat zij in de St.-Jansstraat bezaten. Veel plattelandskloosters hielden er zo'n refugium op na. Het doek viel voorgoed in r58i, toen de Staten van Holland het kloosterbezit wilden toevoegen aan het fonds voor de Leidse hogeschool. De stad Haarlem protesteerde en werd na enig gesteggel eigenaar. Een door de stad aangestelde rentmeester maakte de rekening op van de goederen in en buiten Heemstede (zie schema 3). Bijna s/s van de ruim 8r5 pond aan pachtinkomsten kwamen van zeven percelen in Heemstede. Het land in Zoeterwoude, waarover jarenlang geldverslindende processen waren gevoerd, was blijkbaar van de hand gedaan: in de rentmeestersrekening komt het niet meer voor.54) Er waren nog zeven kloosterlingen in leven. Als onderdeel van de overdracht kregen zij een uitkering. De bezitsgeschiedenis van het landgoed in Heemstede na r58i is elders uitvoerig beschreven.55) Zo kwam er een einde aan de initiatieven van de kloosterstichters Mr. Hugo en Mr. Jan Klaasz. Wat had hen bezield in 1455-1457 om juist hier een cisterciënzer priorij te laten bouwen? Hugo van Assendelft was een 'trouwe vriend' van de broeders in Warmond. Hij werd dan ook bij hen begraven. Uit zijn royale giften aanMariënhaven, vanaf het eer ste uur lid van de Sibculo-groep, mag zijn betrokkenheid worden afge leid bij de Moderne Devotie zoals die in Warmond werd beleefd. De groep streefde voortdurend naar uitbreiding, hetzij met bestaande broeder- of zusterhuizen of kloosters, hetzij met nieuwe. Het initiatief voor de stichting in Heemstede kan dan ook heel goed van deze groep zijn uitgegaan. Wat Mr. Jan Klaasz. betreft: hij was een late roeping. Zijn gasthuis met kapel even buiten Haarlem was vergelijkbaar met dat van Mr. Hugo in de St.-Jansstraat. Mogelijk speelde voor beide he ren de overweging dat een klooster als vrome stichting meer aanzien KEES KUIKEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2009 | | pagina 27