Lieste zou zelf ook leerlingen hebben gehad: Hendrik Kruseman van Elten, Paul J.C. Gabriel (die eerst bij Koekkoek in Kleef les had gekre gen) en Arentina H. Arendsen (een tante van de schilder Willem B. Tholen) staan als leerlingen van hem te boek.4' Van de bewaard gebleven werken bestaat zoals al opgemerkt geen gepubliceerd overzicht. Wel is duidelijk dat de werken in de loop der tijd geheel verspreid zijn geraakt. Kort na Lieste's overlijden heeft een veiling in Amsterdam plaatsgevonden van 'nagelaten studiën en schet sen' van Cornelis Lieste tezamen met werk van diens collega-schilders G. van Os en J. Pelgrom.5' Wie nu zoekt in de collecties van Nederlandse musea, treft werken van Lieste aan in o.a. Haarlem (Teylers Museum), Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), Nijmegen (Museum Het Valkhof), Den Haag (Gemeentemuseum) (afb. 2,3), Amsterdam (Amsterdams Historisch Museum) en Zwolle (Stedelijk Museum). Daarbij gaat het om uiteenlopende categorieën van werken: olieverf schilderijen, lithografieën, tekeningen en schetsboeken. In Duitsland beheert het B.C. Koekkoek-Haus te Kleef diverse werken van Lieste, waaronder ook olieverfschilderijen (afb. 4,5). Ongetwijfeld de meeste werken zijn in particuliere verzamelingen opgenomen of circuleren in de kunsthandel en op veilingen (afb. 7-10). Het landschap in de ruimste zin van het woord vormde Lieste's thema: naast bos-, heide- en berg landschappen zijn dat ook gezichten op meren en kusten, ijsgezichten en zelfs ook wel eens een stadsgezicht. Het verhevene Een aantal van Lieste's belangrijke werken laten hem zien als iemand die het 'verhevene' zocht in de natuur en dat in zijn werk trachtte weer te geven. 'Het verhevene', of'grootsche', was in de vroege 19de eeuw hét begrip om de religieuze, goddelijke dimensie van de natuur aan te dui den. De auteur van de necrologie laat Lieste na een tochtje door de na tuur uitroepen: 'Wat is de Schepper toch groot'. Die religieuze beleving van de natuur was typerend voor tal van schilders uit deze periode. Het was een beleving die vaak leidde tot 'sublieme' landschappen - om een woord te gebruiken dat in de laat-i8de-eeuwse, vroeg-romantische pe riode in zwang was en waarmee geduid werd op landschappen die te gelijkertijd iets huiveringwekkends én iets fascinerends in zich had den. Grootse bergmassieven, spetterende watervallen, oneindige verschieten, maar ook nachttaferelen en bijvoorbeeld grootse woud- ANTOON ERFTEMEIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2009 | | pagina 41