over Lieste in de rubriek 'Kunstberigten' van het belangrijke kunstpe
riodiek 'Kunstkronijk'. De auteur prees vooral de heidelandschappen,
en merkte verder op: 'Het was een aangenaam en schoon talent, niet
forsch, niet veelzijdig, niet immer voortgaande in het zoeken en vin
den van nieuwe wegen, doch zijne landschappen, die wij achtervol
gens sedert vele jaren op de tentoonstellingen ontmoetten, kenmerken
trouwe studie, zeer veel gevoel voor het bevallige en fijne in de natuur,
een vleijend en aangenaam penseel, en delicate toon, en zijne werken
vonden over het algemeen zeer veel bijval.' De auteur wil Lieste reke
nen tot 'de rij onzer goede kunstenaars'.10'
Uit ditzelfde jaar 1862 dateert een veel interessantere tekst over
Lieste, en wel een tamelijk uitvoerige, handgeschreven necrologie (in
de tekst zelf'levensberigt' genoemd) die bewaard wordt in het Noord-
Hollands Archief.11' De tekst werd blijkens de titelpagina geschreven
door mr. H. Gerlings Cz, en wel voor de rederijkerskamer 'Wijngaart-
rankenDe auteur kan worden geïdentificeerd als de Haarlemse advo
caat mr. Herman Gerlings Cz (1816-1888), die vanaf 1862 bibliothecaris
van de Stadsbibliotheek was. Van hem zijn nog diverse andere teksten
en publicaties overgeleverd, onder meer over de genoemde rederijkers
kamer ('De aloude rhetorijkkamer De Wijngaartranken [etc.]', Haarlem
1874). Gerlings moet de doorwrocht samengestelde en fraai geformu
leerde tekst hebben voorgedragen voor dit nog uit de late middeleeu
wen daterende, ooit serieuze literaire gezelschap, dat in zijn eigen tijd
echter vooral een combinatie van amateur-dichtclub en gezelligheids
vereniging lijkt te zijn geweest. Het manuscript in het Noord-Hollands
Archief is een in het net geschreven 'afschrift', zoals de titelpagina ver
meldt. De auteur geeft aan, Lieste goed gekend te hebben en tot zijn
bewonderaars te behoren. Toch is de tekst geen ongenuanceerde lof
prijzing: Gerlings geeft er blijk van scherp te kunnen kijken en hier en
daar permitteert hij zich een kritische opmerking. Het 'levensberigt'
kan in zekere zin beschouwd worden als een fraai voorbeeld van een
'schildersleven' in de traditie van Karei van Mander, Arnold Houbraken
5. Cornells Lieste, Waterval in het dal van Chia-
venna, ca 1840. Olieverf op doek, 78 x 61 cm.
(Stiftung B.C. Koekkoek-Haus, Kleef)
ANTOON ERFTEMEIJER