8. J. Immerzeel jr., De levens en werken derHollandsche en Vlaamsche kunstschilders
[etc.]Amsterdam t842. Zie ook de tweede druk uit 1855.
9. Christiaan Kramm, De levens en werken derHollandsche en Vlaamsche kunstschil
ders [etc.]Amsterdam r86o.
10. Anoniem, Kunstkronijk, jrg. 3,1862, p. 64.
11. nha, Haarlem, Depot 44-000637M. Uit deze necrologie werden eerder enige
passages geciteerd in Bulte, Koninginnebuurt, p. 1 9S-1(i7-
12. Zie over dit onderwerp o.a. A. Erftemeijer, De aap van Rembrandt. Kunstenaarsa
nekdotes van de klassieke oudheid tot heden, Haarlem 2000, p. 469 e.v.
13. 'Liefde Boven AF: het devies van de rederijkerskamer 'De Wijngaartranken'.
14. Blijkens het bevolkingsregister werd Johanna Helena Weeveringh geboren in
Haarlem in 1788 (Bevolkingsregister 1849, Wijk 1, p. 612). In 1849 woonde Cor-
nelis Lieste nog bij zijn moeder (toen weduwe), evenals zijn twee jaar oudere
zus Johanna, en wel op het adres Bakenessergracht 103. Cornelis en Johanna
waren op dat moment ongehuwd.
15. Johannes Reekers (Haarlem 1790-Haarlem 1858). Reekers was een veelzijdig
schilder, tekenaar en prentkunstenaar, maar staat niet bekend als landschap
schilder. Een andere leerling van Reekers was de romantische landschapschil
der Fredrik M. Kruseman.
16. Nicolaas Johannes Roosenboom (Schellingwoude (Ransdorp) 1805-Assen 1880)
was een veelzijdig landschapschilder, die onder meer gezichten op Haarlem
schilderde, berglandschappen, en met name (net als zijn schoonvader Andreas
Schelfhout) winterlandschappen met ijstaferelen.
17. Andreas Schelfhout (Den Haag t787-Den Haag 1870). Schelfhout leidde in zijn
Haagse atelier aan de Koninginnegracht tal van landschapschilders op, onder
wie ook Wijnand Nuyen (1813-1839), Schelfhouts andere schilderende schoon
zoon.
18. Dat de natuur de belangrijkste leermeester van de kunstschilder moest zijn, is
een thema dat door vele kunstenaars en anderen werd benadrukt in de periode
van de romantiek. Zo merkte Barend Koekkoek ooit tegen een leerling op: 'Mijn
meesteres was de natuur, niets dan de natuur.' Zie R. de Leeuw en R. Falken-
burg Johannes Tavenraat 1809-1881, (exp.cat. Museum Haus Koekkoek [enz.])
Kleef/Dordrecht/Den Haag 1981, p. 129. Zie ook Barend Koekkoek, Herinneringen
en mededeelingen van eenen landschapschilder, Amsterdam 1841, p. 66-67.
19. Voor Nederlandse schilders waren de omstreken van de rivieren de Dussel (bij
Düsseldorfen de Ahr (een zijrivier van de Rijn vlak onder Bonn) goed te berei
ken en bijzonder favoriet. In het veelgeprezen Ahrdal met zijn fraaie rivier
loop, scherpe rotsen en schilderachtige ruïnes - Barend Koekkoek en anderen
beschouwden het als een klein Zwitserland hebben behalve Lieste en Koek-
56 JAARBOEK HAERLEM 2009