der bloemen om te verloopen, is een belangrijk gedeelte van den tuin
bouw gebaseerd.' Zaailingen van veel gewassen waren in het begin meest
al eenkleurig en die grondkleur verdween bij 'langdurige kweeking door
verzwakking'. Er ontstonden in de grondkleur vlekken, lijnen, strepen of
stippen die steeds donker en scherper afgetekend werden. Hij noemde
dit Verfijnen' en hoe meer verfijnd, hoe zwakker de plant.5' Dit verschijn
sel trad bij veel gewassen op maar het meest bij tulpen, zeer ten voordele
van de teler: 'Evenals bij de andere bloemsoorten, bepaalt hier vooral de
graad van verfijning de handelswaarde'. Als voorbeeld noemde hij de tulp
'Louis xvi'. In zijn lezing stelde Krelage dat de prijs van de verfijningen
na introductie nogal eens snel daalde en dat ze nu minder populair waren
dan eertijds. Zijn zoon Ernst besteedde in zijn standaardwerk de nodige
aandacht aan deze tulp:
'Deze zogenaamde Violette tulp was in 1776 gewonnen door een
Vlaamse liefhebber en in Nederland voor het eerst aangeboden door
de Haarlemse bloemist M. van Nieuwkerk in 1789 voor 250 gulden per
De kwekerij Bloemhof van E.H. Krelage aan de Kleine Houtweg. Kleurenlitho
ca 1890. (Coll. Noord-Hollands Archief)
106 HAERLEM JAARBOEK 2010