J.H. Krelage in een kas. Litho naar een tekening, 1895. (Coll. Noord-Hollands Archief) terend glanzende kleurenpracht zich volkomen onderscheidden van de destijds bekende éénkleuren der Hollandsche bollenkweekerijen, die over 't algemeen een doffen, somberen indruk maakten', zo schreef zijn zoon 50 jaar later.11' Hij kocht de gehele collectie, bestaande uit 1000 verscheidenheden verdeeld over ongeveer 10.000 bollen. In het najaar van 1885 werden de bollen geplant aan de Kleine Houtweg. Elke bol werd uit plantgoed apart doorgeteeld (gekloond), geselecteerd en tot een partijtje opgebouwd dat een (cultivar)naam kreeg. Aan de verzameling eenkleuren, die zo'n 2000 verscheidenheden (cultivars) omvatte wilde hij een aparte naam ver binden om ze te onderscheiden van de bestaande doffe eenkleuren. Het was een innovatie van de eerste orde omdat tot die tijd de eenkleuren al leen werden gebruikt om daaruit fijne of gestreepte tulpen te verkrijgen. Daarop duidde ook de naam 'moedertulpen' of in het Engels 'breeders'. Op 14 juli 1888 vroeg Krelage in een brief aan De Vries of de handteke ning in het 'Vreemdelingen Album onzer firma' van ene F. Darwin, die in het voorjaar het bedrijf had bezocht, die van de zoon van Charles Darwin was, omdat hij hem een gunst wilde vragen. De Vries antwoordde op 15 A BULB GROWER MAARTEN TIMMER 109

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 111