wetenschappelijk Nederland toe tot de commissie die in maart 1889 werd
ingesteld en waarvan De Vries voorzitter werd en lid bleef tot 1895.
De nmtp gaf sinds 1885 een eigen blad uit: Het Nederlandsche Tuin
bouwblad (ntb). Het blad had naast een hoofdredacteur een keur aan
vaste medewerkers. Daaronder naast Krelage en De Vries een aantal we
tenschappers dat later zou toetreden tot de vaste wetenschappelijke com
missie. In 1890 overleed plotseling de net nieuw benoemde hoofdredac
teur van het ntb en liet De Vries zich door Krelage en het bestuur van de
nmtp (waarvan De Vries ook adviseur was) overreden met ingang van
1891 hoofdredacteur te worden van het blad (tot maart 1894). Volgens zijn
biograaf verwachtte De Vries dat hij als hoofdredacteur uit de eerste hand
kon vernemen hoe de kwekers kwamen aan al die nieuwe variëteiten die
ze jaarlijks op de markt brachten en die hij beschouwde als bewijsmate
riaal voor de pangenesis. Bovendien zou hij door de kunst af te kijken zijn
eigen kweekproeven beter kunnen uitvoeren.15' Dankzij de bemiddeling
van Krelage bezocht hij in 1891 bekende veredelaars in Erfurt en in 1892
bedrijven in Frankrijk zoals dat van de beroemde Henry de Vilmorin bij
Parijs. In Nederland bezocht hij Van Meeuwen in Haarlem naast natuur
lijk het bedrijf van Krelage zelf. Hij schreef daarover uitgebreide artikelen
in het ntb en toonde zich nogal eens teleurgesteld over de weinig syste
matische aanpak. Zo kruiste men nauwelijks en als met het al deed ont
brak het veelal aan een nauwkeurige keuze van vader- en moederplanten
om nieuwe planten met gewenste eigenschappen te krijgen. Ook voerde
men geen goede administratie.
Ernst Krelage en 'Sirene'
Op 28 januari 1869 werd in Haarlem het eerste en enige kind van Jacob
Krelage geboren: Ernst Heinrich. Hij was aanvankelijk (net als eertijds
zijn vader) niet van plan in het bedrijf van zijn vader te gaan werken. Een
carrière in de wetenschap trok hem meer aan. Vandaar dat hij in sep
tember 1887 aan de Universiteit van Amsterdam biologie ging studeren
aan de faculteit wis- en natuurkunde. Een van zijn docenten was Hugo
de Vries. Ernst had het zeer naar zijn zin: hij ging in Amsterdam wonen,
werd lid van het Corps, was actief in twee disputen en vond het een voor
recht 'de polsslag van de tijd als het ware dagelijks te voelen kloppen'.16'
Maar zijn vader werd ziekelijk, het bedrijf verliep en Ernst zag zich
gedwongen in januari 1891 de moeilijke beslissing te nemen te stoppen
met zijn studie en zijn vader te gaan helpen. Dat trok hem ook wel aan:
MAARTEN TIMMER