In het genoemde archief van het Nederlandse Muziek Instituut be
vindt zich nog een andere interessant document: een brief van Bomans
waarin deze op het voorstel van Paap reageert. De brief is gericht aan Jan
Mul, en is gedateerd 5 januari 1950. De brief luidt als volgt:
'Beste Jan, Ingesloten een brief van het lid Wouter uit Parijs, die ik je
verzoek na lezing door te sturen naar het secretariaat [Harry Prenen],
dat inmiddels wel weer bewoond zal zijn. Vriend Molengraft waagt
meteen het schier bovenmenselijke en daar zit iets ontroerends
in, evenals in de randbemerking van het lid Wouter, dat hier "geen
fmantiële consequenties" voor de r.a. aan verbonden zijn. Nee, dje
is goed! Alsof Molengraft door deze afbeelding, geheel afgezien hóe
het geschilderij uitvalt, niet plotseling boven Jan zou zijn! Maar nu
Wouters naiviteit, waardoor blijkt dat hij zijn positie nog niet ten
volle beseft, buiten beschouwing gelaten, het idee is goed en behoeft
slechts des secretaris' approbatie om tot verwerkelijking te geraken,
want ik geloof niet dat de stemmen der corresponderende leden gelijk
Wouter of zelfs van een gewoon lid gelijk Mul andere dan adviserende
betekenis hebben; doch de secretaris, die het Huishoudelijk Regle
ment op zijn duimpje kent en het daar voor een goed deel ook uit
gezogen heeft, weet hier ongetwijfeld het fijne van. Ik gelast je dan
ook deze missive onverwijld en vergezeld van je waardevolle, schoon
geenszins bindende, randbemerkingen naar hem op te sturen. Met
Genootschappelijke groeten, Godfried Bomans, president'.7'
Frans Hals Museum
Er is dus nog wat 'overleg' geweest alvorens Van den Molengraft aan de
gang kon. Het uiteindelijke resultaat is in elk geval sprekend geworden:
de schilder heeft de heren opvallend goed gelijkend getroffen, ook al ver
raadt het groepsportret als geheel wel dat Van den Molengraft toen nog
min of meer aan het begin stond van zijn carrière als - uiteindelijk inter
nationaal gerespecteerd - portrettist. De schilder herinnerde zich later
over de totstandkoming:
'In Parijs ben ik aan dit schilderij begonnen, in Haarlem heb ik er
verder aan gewerkt. Eerst werkte ik een dag ergens in een atelier in de
buurt van het huis van Bomans. Ik logeerde toen bij hem in de Zonne-
laan. Daarna heb ik nog heel wat dagen verder gewerkt in een zaaltje
HAERLEM JAARBOEK 2010