Gooise activiteiten en relatie met Frederik van Eeden ik toen naspeurin
gen deed. Jongens, die ervan hield bepaalde onderwerpen diepgaand te
bestuderen door uitgebreid archiefonderzoek en grondige documentatie,
bleek bezig met het verzamelen van gegevens over de Haarlemse periode
van deze bijzondere architect.
Toen ik in 1985 in Haarlem kwam werken, ontmoette ik Jongens al
snel in levende lijve, onder andere als medebestuurslid van de Vereniging
Haerlem. Jongens was in veel opzichten een laatbloeier. Hij was pas in
1976, twee jaar voor zijn pensionering, bestuurslid van Haerlem gewor
den, een functie die hij overigens met veel plezier vervulde. Bij zijn af
scheid als hoofd Monumentenzorg reikte de voorzitter van de Vereniging
Haerlem Hans Phaff hem de zilveren legpenning van de vereniging uit,
een onderscheiding waarmee Jongens zich erg verguld toonde. Bij zijn
afscheid als bestuurslid van Haerlem tijdens een diner in de Hoofdwacht
op 30 november 1987 hield Jongens een bewogen speech, geheel op rijm!
Naar ik van de familie begreep heeft Jongens de Vereniging Haerlem via
een erfstelling testamentair bedacht. Een bijzondere geste.
Schrijven deed Jongens graag, maar, zo verzuchtte hij eens: 'ik maak
niets af'. Veel zelfstandige publicaties zijn inderdaad niet uit zijn pen ge
komen. Jongens schreef een belangrijk hoofdstuk in het nog steeds waar
devolle boek Brinkmann aan de Grote Markt. 4000 jaar geschiedenis Hartje
Haarlem (1982) en samen met Bart Uittenhout en Loes Vroom het gedenk
boek 'Sterck en weldoortimmerd. Een kwart eeuw restaureren in Haarlem
(1983).
Toen het bedrijf Openbare Werken in 1979 vijftig jaar bestond kwam
Jongens met een aardig boekje met notities over de geschiedenis vanaf de
zeventiende eeuw van dit bedrijf onder de titel Een kiek van de stadsfabriek.
Een ongepubliceerd artikel van Jongens (overigens wél aanwezig in de bi
bliotheek van het Noord-Hollands Archief) vormt de basis van het boekje
60 jaar Schoonheidscommissie in Haarlem dat Piet Roos en Pieter Jongens in
1989 samenstelden. In het Jaarboek Haerlem schreef hij een in memoriam
van de secretaris van de Schoonheidscommissie Jan Voogel (1993) en van
de stadsarchitect Breuning (1995).
Zijn hele leven hield Piet Jongens van het schrijven van gedichten en
korte teksten. In Openbaringen, het personeelsblad van Openbare Werken,
schreef hij er tientallen. Over monumenten en ambtenaren, maar ook
'denkertjes' en 'fxlosofiën'. Bij zijn afscheid op 24 november 1978 in de Gra-
venzaal van het stadhuis werden deze gebundeld en in boekvorm in een
zeer kleine oplage uitgegeven. Een enkel voorbeeld.
208 HAERLEM JAARBOEK 2010