- 'Monumentenzorg is van oude zaken bevangen raken.'
- 'Monumentenzorg is niet vernielen, maar bezielen.'
- 'Monumentenzorg is proberen, slopers te bekeren.'
- 'Doe dat waarmee de stad gebaat is. Praat niet door tot 't daarvoor te laat
is.'
Het Haarlemse stadhuis bleef hem boeien. Het plan om samen met Phaff
nog eens een groot boek over het stadhuis te schrijven liet hem niet los.
Na zijn pensionering zat Jongens dan ook vele jaren regelmatig in het ge
meentearchief, waarbij hij systematisch allerlei bronnen exerpeerde en
later keurig uittikte. Beginjaren negentig werd het duidelijk dat dit boek
er op deze wijze nooit zou komen. Phaff en Jongens liepen inmiddels ook
tegen de tachtig. Toen ik in 1998 in opdracht van het stadsbestuur me zet
te aan de voorbereiding van een 'standaardwerk' over het stadhuis, waren
Hans Phaff en Pieter Jongens onmiddellijk bereid mij al hun materiaal ter
beschikking te stellen. Een gebaar van grote klasse. De jaren daarna had
ik regelmatig contact met hen beiden om allerlei vraagstukken betreffen
de het stadhuis te bespreken. Van Jongens heb ik toen enorm veel geleerd,
vooral op het gebied van bouwhistorie en het nauwgezet bekijken van een
gebouw in al zijn onderdelen.
Ook andere projecten dan het stadhuis hielden hem in de voor hem zo
vruchtbare jaren 1980-1995 bezig. Zo verzamelde hij veel documentatie
over de Hoofdwacht en de Haarlemse hofjes en deed hij uitgebreid onder
zoek naar de geschiedenis van zijn familie, waaraan hij zeer was gehecht.
Het laatste openbare optreden van Pieter Jongens was op 23 november
2001. In de Gravenzaal van zijn geliefd stadhuis mocht ik toen aan hem,
aan Hans Phaff en de weduwe Royaards het eerste exemplaar van mijn
boek Het stadhuis van Haarlem. Hart van de stad uitreiken. Later zocht ik
Pieter en Geri nog wel eens op in hun verstilde huis aan de Van den Von
dellaan, vanaf 2004 in het nabij gelegen Huis ten Hagen aan de Lodewijk
van Deyssellaan. Genietend van zijn sigaartje, met twinkelende ogen,
kwamen dan de verhalen, over zijn jeugd en zijn familie, maar bovenal
over Haarlemse monumenten. Ik bewaar aan die ontmoetingen de aller
beste herinneringen.
Jongens had een gedicht gemaakt op zijn eigen dood en uitvaart. In al
zijn eenvoud een ontroerend gedicht, dat tijdens de plechtigheid op Wes-
terveld door een van de kleindochters werd voorgelezen. Hierin deed hij
een oproep het belang van monumentenzorg goed in de gaten te houden
en het stadsbeeld in zijn waarde te laten. Een zaak die vooral het Haarlem
se stadsbestuur maar ook de Vereniging Haerlem zich mag aantrekken.
NECROLOGIEËN 20g