stelt het loon diesaengaende tot discretie.' Kennelijk was hij, naast de
zangkunst, ook die van het bespelen van het klavecimbel meester. Hier
uit kunnen we weer opmaken dat hij tevens de orgelkunst machtig was.
Padbrué had ook privé-leerlingen, zoals blijkt uit onderstaand fragment:
'Mr. Cornelis Thijmansz. stadsmusicien over een jaer lerens van sijnen
discipel Samuel Double die hij oeffent ende exerceert in de musycke ende
instrumenten, verschenen den 13. july xvie eenendedertich vermogens
d'ordonnentie ende quictantie 50 geen gering honorarium.6'
Ontslag
Padbrué heeft de functie van eerste schalmeispeler tot 25 juli 1635 vervuld,
datum waarop hij door 'ene gestadige twist ende oneenicheyt onder deser
Stats Speelluyden' door 'Burgemeesteren en regeerders van zijn dienst ge-
demittert' werd. Of hij zelf betrokken was bij de twist of dat hij er als ver
antwoordelijke voor de groep de wind niet goed onder had is niet bekend.
De vraag is of Padbrué zijn ontslag heeft aangevochten. Het is goed denk
baar dat hij na een kwart eeuw trouwe dienst het als stadsspeelman wel
voor gezien hield en zich van dit strakke keurslijf graag ontdeed om zich
verder te kunnen wijden aan het lesgeven en zijn grote ambitie: het com
poneren. Padbrué was toen al een musicus en componist met een zekere
faam, zoals blijkt uit het rijm dat Ampzing in 1628 aan 'Kornelis Tymen,
van Haerlem, Sangmeester' heeft gewijd:
'Hoe kan ik dan nu ook alhier Kornelis Tymen,
Dy laten ongeroerd, in mijn gedichten rijmen,
O dapper Musicijn! o wacker Componist!
Dien 't noch met instrument, noch stem, noch ergens mist.'
Het ontslag bij de speelluiden bracht met zich mee dat hij voortaan niet
meer kon rekenen op inkomsten uit die bron. Hij zal toen hebben moeten
leven van wat zijn vader hem had nagelaten, de opbrengst uit de handel
in aardewerk, zijn zangmeesterschap, muzieklessen aan particulieren en
revenuen uit composities.
Op vrijersvoeten
De vrijgezelle Padbrué had intussen belangstelling gekregen voor een
zeventienjarige linnennaaister, die wel aan huis kwam bij chirurgijn Mr.
Cornelis Henricx van Suchtelen, wonende aan het Spaarne op de hoek
HAERLEM JAARBOEK 2010