V reugden - B ron,
^oo i^imUjcalö ^tngemef-toaet*
Ctuectje^erfbati J 7 4 F 4 1
S P A R E N S
öiglic ^Dcuntjciwr; ~77~P
Vytflortende
Te Haeslb v*
Michiel Scgerman, ïtonfl cnöe *5oecftticthoper/
000' MHi" Dc<3toottli)aur(lrd«/o*»:tu< P«e rU-)X«8W
int siicftctcfete .^>cUïüf-U«eh, 16 4
taal 'niet onbequaem is om de vrolikheyt die in de musyke verheyscht
wordet sangwijs lustig uyt te drukken.' De Leeuwarder muziekleraar Ja
cob Vredeman de Vries gaf in datzelfde jaar eveneens een verzameling van
(onder meer) madrigalen uit. Padbrué zou in de jaren dertig en veertig
volgen met composities in dit genre. Padbrué's stadgenoot priester, ka
nunnik en Doctor in de beide rechten Joan Albert Ban, naar de Neolatijn
se mode ook wel Bannius genoemd, publiceerde in 1642 zijn Zangh-bloem-
sel met onder meer madrigalen in het Nederlands. Vondel schreef een
lofdicht op hem, Op de Zangkunst van den Heere Joan Albert Ban. De dichter
toont zich daarin gevoelig voor Bans muzikale ideeën: 'Wie streelt mijn
hart? Och Ban, het smilt.' De autodidact Ban had uitgesproken ideeën
over muziek, die hij vervatte in een heel eigen theorie, gepubliceerd in
zijn Kort Sangh-Bericht, dat is Staeltjes van den zinroerenden Zangh, aange
hecht aan het Kort Sangh-Bericht en omgewerkt apart uitgegeven in 1643.
Hij betoogde daarin dat bepaalde intervallen en ritmes de menselijke
emoties beïnvloeden en dat muziek volledig ondergeschikt dient te zijn
aan de tekst om echte 'zielroerende muziek' te zijn. Daarnaast creëerde
1 'JUl II» tl I JIJ.. Ill
/■r J
Titelblad van Sparens Vreughden-Bron, uitgegeven door Michiel Segerman in 1643
en 1646. (Coll. Koninklijke Bibliotheek, 's- Gravenhage)
AAGJE PABBRUWE