'Onze NeerlantscheDichter, en zonderlingh begaefde Poët, van de Von del had dit zoo beweechlyck en stightelyck op het tooneel gebrocht, dat myn Zang-kunst ontvonckt wert, om de reyen op het tooneel aen te voeren, zyn maet en rymen met snaeren en stemmen te volgen, en de kracht en het pit van dien styl naer myn vermogen wat natuerlyck en krachtigh uyt te beelden, zulcks dat myn Nooten, zoo my gezeyt wiert, uw E. hart raeckten, en bykans tot traenen beweeghde, als uwe E. lief-hebbende ooren het bitt're traen geluit van onsen Symon Petrus en zyn mee-gezel Paulus omvingen.' Eerste 'oratorium in de volkstaal' Dat er op toneelteksten gezongen werd was zeker niet ongebruikelijk, let wel: op bestaande melodieën volgens het eerder genoemde principe van de contrafactuur. Dat er voor een stuk van Vondel, in casu de Tranen, nieuwe muziek werd gebruikt was echter nog niet eerder vertoond. Dat feit alleen al maakt Padbrué's compositie bij deze tragedie bijzonder. Ook het gegeven dat Padbrué muziek schrijft op een deel van de opdracht van het stuk is opmerkelijk. Deze compositie kan dan ook niet simpelweg als toneelmuziek worden bestempeld. De gepassioneerde toonzetting is dui delijk tekstgebonden en in dienst van het drama dat het tot uitdrukking brengt. De stijl is die van de eerste Florentijnse opera's van rond 1600, de stile moderno. Hier heeft de componist de renaissance de rug toegekeerd om onmiskenbaar de weg van de barok in te slaan. Hij is hiermee een kop loper, de eerste in Noord-Europa die zich van deze monodische nieuwe stijl bedient. We kunnen dit 'oratorium in de volkstaal' dan ook met recht als een primeur beschouwen. Ook om geschiedkundige redenen zijn de Tranen van grote waarde. Musicoloog Noske heeft een reconstructie van het werk gemaakt, dat in 1961 door leden van het Nederlands Kamerkoor onder zijn leiding in het Muiderslot ten gehore is gebracht, een openbaring voor muziekminnend Nederland. In 1987 is, ter gelegenheid van de vierhonderdste sterfdag van Vondel, een reconstructie van dit werk van de hand van klavecinist van Asperen uitgevoerd. Naar de mening van musicoloog Grijp is uit een an dere tragedie van Vondel, Gebroeders (1640), de Rey van Priesters door Pad brué 4-stemmig getoonzet. De compositie is verloren gegaan. Het moge duidelijk zijn dat de titel 'Vondels lijfcomponist', die Padbrué later is toe gedicht, wel enige grond heeft. AAGJE PABBRUWE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 75