musicus een slapend bestaan leiden, in een convoluut, een archief, een
particuliere verzameling, op een zolder... Wat zou het geweldig zijn om
de unieke odes aan Jubal weer te kunnen uitvoeren en zo een schat met
musicologisch -literair interessant materiaal te doen herleven! Wie weet
komt u na het lezen van dit verhaal op het idee uw zolder weer eens op te
ruimen. Voor een wonder is het nooit te laat.
Noten
1. G. A. Bredero, Boertigh, Amoreus en Aendachtigh Groot Liedtboeck (1622); J. H. Krul,
Christelycke offerande, bestaende in gheestelijkcke rymen ende zangen (1640); C. de
Leeuw, Christelycke plicht-rymen om te singen of te leesen (1648); J. B. Stalpart van
der Wiele, Guldejaersfeestdagen of den schat der geestelij cke lof-sangen gemaekt
op elckenfeestdagh van 'tgeheelejaar (1635). Ook anonieme bundels als: Den
gheestelijcken nachtegael (1634) en Zeeusche nachtegael, ende deszelfs dryderley
gesang (1623) waren populair. Hier dient tevens C. Huygens' Pathodia sacra et
prof ana occupati (1647) vermeld te worden.
2. B. van Asperen, 'Cornelis Thymanszn Padbrué', in: Het Honderd Componisten
Boek, Haarlem 1997.
S.H. Groot: Voorwoord bij de her-uitgave in 2010 van zijn hand van Padbrué's
Kruisbergh.
L.P. Grijp, 'Muziek en literatuur in de Gouden Eeuw', in: Een muziekgeschiedenis
der Nederlanden, Amsterdam 2001, pp. 245-254.
J. de Klerk, Haarlems Muziekleven in de loop der tijden, Haarlem 1965.
A. van der Marei Jzn, Cornelis Thymansz. Padbrué en zijnfamilie. Beroemd
toonkunstenaar uit de GoudenEeuw), Typoscript, Amsterdam, 1961.
F. R. Noske, 'Padbrué en Vondel', in: Organicae voces: Festschrift Joseph Smits van
Waesberghe, Amsterdam 1963, pp.123-137 en 'DavidJanszoon Padbrué. Corael,
Luytslager-Vlascoper', in: R enaissance-muziek 1400-1600. Donum natalicium René
BernardLenaerts, Leuven 1969, pp. 179-186.
A. Pabbruwe, In laudem Jubalis, 't Lof vanJubal en't LofIubals, twee madrigaal- en
motetbundels uit 1643 en 1645, Masterthesis muziekwetenschap, Universiteit
Utrecht 2009.
R. A. Rasch, o.m. lemma over Cornelis Thymanszn Padbrué in: Die Musik in
Geschichte und Gegenwart (mgg), Stuttgart 2004, pp.1530-1531.
J. H. Scheltema de Heere, 'David Padbrouck en Cornelis Padbrué', in: Tijdschrift
der Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis, 8,2(i9o8),pp.i09-i45.
3. Soetelen of zoetelen betekent proviand slijten aan militairen te velde.
4. Over deze Lossy, afkomstig uit Dordrecht, is weinig meer bekend dan dat hij
HAERLEM JAARBOEK 2010