en licht uit te sparen. De deur ging dan op slot en de leerlingen niet naar
school. Velen haakten af omdat zij toch te weinig basiskennis hadden om
het onderwijs te kunnen volgen. Jongens werden soms verwijderd omdat
zij vanwege hun gedrag niet meer te handhaven waren. Weijerman stelde
voor de toelatingseisen te verscherpen en alleen leerlingen toe te laten
die niet ouder waren dan 16 jaar. Avondonderwijs moest echter verplicht
worden gesteld en inhoudelijk een voortzetting zijn van het lager onder
wijs maar wel gericht op de alledaagse praktijk. De plaatselijke school
commissie moest het onderwijs beter controleren. Het was wenselijk om
de resultaten te toetsen en een bewijs af te geven waaruit bleek welk ni
veau was behaald.18'
De schoolcommissie had ondertussen aan Moerbeek gevraagd om een
ontwerp te maken waaraan goed avond- of herhalingsonderwijs moest
voldoen. In zijn brief van 24 mei 1859 schreef hij dat het herhalingson
derwijs opgevat moest worden als vervolgonderwijs maar wel voor leer
lingen die voldoende hadden geleerd in het lager onderwijs en fabrieks-
leerlingen die fatsoenlijk waren gekleed en zich wisten te gedragen.19'
Moerbeek vond het noodzakelijk om leeftijdsgrenzen vast te stellen en in
de winter rekening te houden met de lange werkdagen! Leerlingen kon
den het onderwijs anders niet meer volgen. Hij pleitte voor een vijfde
school, een industrieschool. Vanwege het belang van dit onderwijs, deed
hij een dringend beroep op de plaatselijke onderwijscommissie om het in
stand te houden.20'
De subcommissie herhalingsonderwijs gaf in september 1859 haar
opdracht terug aan de plaatselijke schoolcommissie. Drie leden van deze
commissie waren vanaf die datum verantwoordelijk voor het herhalings
onderwijs.21' Op voorstel van de schoolhoofden werden in het nieuwe cur
susjaar 1859-1860 de klassen gesplitst in een klas voor leerlingen onder de
15 jaar en een voor 15 jaar en ouder. Dit moest bijdragen aan de verminde
ring van de gedragsproblemen in de school. Hoofdonderwijzer Kragt had
dat bij het onderwijs aan de meisjes eveneens gedaan. De jongens die 15
jaar of jonger waren volgden het onderwijs op school C bij Moerbeek en
degenen van 15 jaar tot 18 jaar bij Weijerman op school B.
Het herhalingsonderwijs kreeg een impuls omdat het Rooms-katho-
liek Armenbestuur en het Burgerlijk Armenbestuur 54 leerlingen naar
dit onderwijs toestuurden. Leerlingen kwamen nu in aanmerking voor
een beloning. Iedere leerling die minder dan acht keer verzuimde, kwam
voor een prijs in aanmerking. De schoolcommissie wilde ook een examen
organiseren zodat men kon zien welke vorderingen de leerlingen hadden
DICK VAN GIJLSWIJK