en een afgeschoten vertrek op de tweede verdieping waren alle tot
schoollokalen ingericht; in de lange gang hingen al onze talrijke
hoeden en mantels: wij waren met ons tweehonderd-vijftig jongens
en meisjes, (in de laagste klassen door elkaar, in de hoogste afgeschei
den). Wat bij andere bewoning de keuken zou geweest zijn, was een
uitgebouwd kamertje, Bovenmeesters speciaal heiligdom, waar men
nooit kwam dan bij groote zeldzaamheid.'
Aan enkele van deze scholen was ook een internaat verbonden. Bekende
kostscholen waren toen het 'J°nge Heereninstituut' van W. Mulder in
de Schagchelstraat, het 'Jonge Vrouweninstituut' van de dames Hoog in
de Smedestraat en de dure Dag- en Kostschool van Kool van Kasteel aan
De school van Hubregtse, ook wel 'Eerste Opleidingsschool voor Jongens' ge
noemd, aan de Wilhelminastraat 43 omstreeks 1890. (Collectie Noord-Hollands
Archief)
124 HAERLEM JAARBOEK 2011