worden om de financiën op orde te krijgen. De Haarlemse onderneming
hoefde zich immers niet meer druk te maken over de afzet om de onkos
ten te dekken, maar kreeg voor de verpachting een jaarlijks bedrag van
5000,-. Dit bedrag kon zij goed gebruiken, omdat ook de obligatiele
ning op dat moment al vrijwel geheel was opgebruikt.73' Uiteindelijk zou
ook deze zet geen positieve winst-en-verliesrekening tot gevolg hebben.
Na enkele jaren aanmodderen ontstond rond 1905 de hoop dat er ein
delijk iets gedaan kon worden aan de moeilijke positie waarin de onder
neming zich bevond. In een brief van 30 december 1904 werd aan de raad
gevraagd om de manier waarop de badinrichting werd geëxploiteerd te
mogen veranderen én om de kosten voor de erfpacht te mogen verlagen
tot het symbolische bedrag van één gulden per jaar. Zelfs ondanks dat
de Maatschappij erkende dat deze maatregelen er waarschijnlijk niet toe
zouden leiden dat een faillissement voorkomen kon worden, adviseerde
het college van Burgemeester en Wethouders toch aan de gemeenteraad
om te onderzoeken of een kuuroord in Haarlem nog steeds haalbaar zou
zijn.74' Wie weet hielp het dat de Maatschappij beweerde dat alleen door
haar bestaan het 'Haarlemsche Muziekkorps' nog in leven was.
Het rapport van de commissie dat in 1908 werd uitgebracht kwam
voor de Maatschappij met een ongunstig advies. De commissie had op
verschillende punten de mogelijkheid de onderneming in leven te hou
den onderzocht. Het eerste punt, de mogelijkheid tot uitbreiding, zou
volgens de commissie door het uitblijven van de verlegging van de ge
meentegrens niet mogelijk zijn. Als tweede punt werd onderzocht of
er meer kapitaal te vinden zou zijn. Ook hierop kon de commissie niet
gunstig antwoorden. Het feit dat een 'speelgelegenheid' of een casino
niet gewenst was hield particuliere investeringen tegen. Het derde punt,
de ontbinding van het contract met de Victoriabron, was voor de Maat
schappij geen optie. Ook de mogelijkheid dan het Brongebouw maar te
verbouwen tot hotel werd niet als haalbaar gezien. De kosten hiervoor
waren te hoog.75' Ideeën om de gemeente meer zeggenschap te geven of
de gemeente de onderneming financieel te laten steunen waren in de ver
gaderingen van de commissie nooit echt aan bod gekomen.
Naar aanleiding van het rapport zag de gemeente af van een mogelijke
subsidie. Wel besloot zij de erfpachtgelden voor twee jaar kwijt te schel
den.76' Het einde van de Maatschappij leek hiermee nabij maar toch wist
de Maatschappij haar ondergang nog een tijdje uit te stellen. De onder
neming organiseerde in het Brongebouw vanaf 1908 regelmatig grote
tentoonstellingen. Deze werden door geklaag van omwonenden echter al
112 HAERLEM JAARBOEK 2012