met de toezegging want het bedrag, op een totale begroting door molen
maker A. Wagemaker van 833 gulden, maakte het mogelijk het verdwenen
poldermolentje een nieuw bestaan te geven aan de oevers van de Liede,
nabij Haarlemmerliede, even ten noorden van de spoorlijn Haarlem-Am
sterdam.
Warnaars houdt Haerlem goed op de hoogte want in de bestuursver
gadering op schrikkeldag 29 februari 1952 maakt hij bekend dat de molen
klaar is en op zijn plaats zal worden gezet. Sommige bronnen melden dat
de molen op die bijzondere dag is neergezet; anderen stellen dat het de
vervoersdatum van de molen vanuit de Zaanstreek, waar deze gebouwd
was bij molenmaker Jongejans, naar Haarlemmerliede is geweest. Op 18
september 1953 spreekt Warnaars zijn dank uit aan het bestuur voor de
financiële bijdrage. Hij schenkt Haerlem een aantal foto's van de feeste
lijkheden bij de eigendomsoverdracht gehouden op 27 juni 1953, welke
deel uitmaken van wat eens de collectie Atlas Verdwijnend Haarlem van
de Vereniging Haerlem was, nu onderdeel van de Atlas van het Noord-
Hollands Archief.
Traditioneel kunnen weidemolentj es ter versiering een zogenaam
de 'makelaar' aan de achterzijde op de kap hebben. Zo ook bij De Kleine
Veer uit de jaren vijftig; daar was de makelaar tevens voorzien van een
windvaantje. Deze extra versiering bestond uit drie uit koper gedreven
wapenschilden die ook voorkomen in het wapen van het toenmalige
St.Elisabeth's Gasthuis: de wapens van Bohemen, Hongarije en Thürin-
gen, ter herinnering aan de Heilige Elisabeth van Thüringen, bescherm
vrouwe van armen en zieken.7' Het ziekenhuis was in die jaren eigenaar
van het stuk grond waarop de weidemolen stond en het is dus niet zo
De officiële ingebruikstelling van de
weidemolen op 27 juni 1953. In het
midden met bril Hans Warnaars. Rechts
met iets gebogen hoofd de Haarlemse
burgemeester Cremers in zijn functie
van voorzitter van het college van re
genten van het St.Elisabeth's Gasthuis.
Op de achtergrond met hoed en baard
de pachter van het stuk weiland boer
Beinsdorp. (Noord-Hollands Archief,
collectie Vereniging Haerlem)
126 HAERLEM JAARBOEK 2012