der verdiend dan aan de Nederlandse orders. Zij verdienden goed aan de Duitsers, maar ruige oorlogswinstmakers zijn de Ruigroks niet geweest. Uit het overzicht blijkt ook dat er van meet af aan een constante produc- tiestroom is geweest, met een dip in het jaar 1942. Misschien was, zoals opgemerkt, de aansporing van de Rijksdienst voor Ijzer en Staal nodig om zich meer te gaan inspannen voor de bezetter. Daarna loopt de pro ductie door tot diep in het jaar 1944. In dat najaar komen er geen orders meer en gaan de Duitsers over op het leegroven van het bedrijf. De omzet in 1943/44 komt voor een substantieel deel uit de prikkel draad versperring dwars door het centrum in Den Haag. Dit was een or der ter grootte van 287.576,29 gulden. De eindafrekening hiervan vond plaats per rekening van 4 augustus 1944, van de Reichscommissar für die besetzten niederlandischen Gebiete, Abteilung Siedlung und Bauten. Het project liep van oktober 1943 tot medio juli 1944. Het aantal arbeidsuren bedroeg 21.956 uur. Omgerekend naar een 40-urige werkweek betekent dit dat er gemiddeld genomen 15 man gedurende bijna 10 maanden aan het project hebben gewerkt. Die werknemers werden deels ingehuurd door onderaannemers, met wie Ruigrok regelmatig zaken deed, afhanke lijk van de plaats in het land waar aan opdrachten werd gewerkt. De Haar lemse ondernemer J.L. Wolterbeek was één daarvan. Wolterbeek dreef een bedrijf met de naam Centraal Inkoop-en Adviesbureau. Hij kocht bouwmaterialen in, leverde personeel en nam ook zelf projecten aan. Het gebeurde regelmatig dat de firma Ruigrok slechts de formele hoofdaan nemer was. Administratief liep het project via de firma, die ook de reke ning stuurde, maar de uitvoering liep vervolgens grotendeels buiten de bemoeienis van het Ruigrok bedrijf. Dergelijke projecten werden nau welijks bezocht en niet alleen om reden van rolverdeling tussen hoofd aannemer en onderaannemer. Het gaf Jan Ruigrok ook het gevoel dat hij, zoals hij later zou verklaren, minder zijn handen vuil maakte aan besmet werk. Een soort 'uitrolorders' dus, als het broertje van de 'inrolorders'. De economische collaboratie zette de slechte verstandhouding tussen de broers danig onder druk. De broers Arie en Gerard leken zich hiervan te distantiëren. Op enig moment - waarschijnlijk reeds voor het bezoek van de inspecteur van het Rijksbureau - werd de rolverdeling aange scherpt. Afgesproken werd dat Arie zich zou bezig houden met zijn (tuin) meubelen en zich niet zou bemoeien met de directievoering. Gerard zou zich concentreren op het werk voor Philips en Jan nam de dagelijkse lei ding van de vestiging Vogelenzang op zich, als ook de verantwoordelijk heid voor de Duitse orders. De gedeelde directie van het technisch (de HAERLEM JAARBOEK 2012

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 146