kennen. Zij werden trouwe vissersmaatjes. Ruigrok had een boot en no
digde de jonge Ger Leliveld uit zijn hengel breder uit te werpen dan vanaf
de walkant. Beiden verloren elkaar korte tijd uit het oog nadat Ger zijn
MULO-diploma haalde en in Amsterdam op een verzekeringskantoor
ging werken. Toen zij elkaar weer troffen toonde Ruigrok zich lichtelijk
verbolgen dat zijn maatje zich niet tot hem had gewend voor een baan.
Hij bood hem de mogelijkheid voor een kantoorbaan op zijn bedrijf, met
inbegrip van een kamer in het aanpandige woonhuis waar nog een twee
tal zussen woonden. Ger kon dan een oogje in het zeil houden op de be
jaarde dames. Hij hapte toe en trok bij de zussen in. Van hen vernam hij
over de gebeurtenissen na de oorlog.
Voor de jonge Leliveld was dit het begin van een lange carrière in het
bedrijf die begon in 1956 en uitliep in de opvolging in 1975. In de tus
senliggende periode kreeg Leliveld de mogelijkheid zich alle aspecten
van het bedrijf eigen te maken. De meeste affiniteit had hij, evenals zijn
patroon, met de commerciële activiteiten. In al die jaren deden zich ei-
Ruigrok met snoek
gevangen in de Vliet, een
watertje bij de R.K. Kerk
te Noorden. Een tweede
foto van Ruigrok betreft
een portretfoto. Deze be
vindt zich naar verluidt
in het archief van de J.C.
Ruigrok Stichting.
JOOP RAMONDT