akkers met bijbehorende sloten en greppels, getuigen van de activiteiten van boeren uit de bronstijd. Zo zijn er geometrische lijnen opgegraven, zogenaamde eergetouwkrassen. De lijnen zijn in de bodem ontstaan door de houten ploegen (eergetouw) die de boeren hebben gebruikt om hun akkers te bewerken. In tegenstelling tot de keerploeg die we tegenwoor dig gebruiken, waarbij de grond wordt opgetild en gekeerd, wordt bij een eergetouw de grond alleen opengetrokken. De getrokken voren tekenen zich af als smalle donkere lijnen in het lichter gekleurde zand. Ook het vee is nog zichtbaar door tientallen pootafdrukken in het zand. En er zijn greppels, sloten en paalkuilen. Uit deze sporen komen veelal vondsten naar boven als houtskool, dat geschikt kan zijn voor een koolstofdatering, aardewerkfragmenten en consumptieafval. Zo zijn er ribfragmenten van een middelgroot zoogdier, waarschijnlijk een var ken, met haksporen. De plaats van de haksporen lijkt erop te wijzen dat er 'spareribs' gegeten zijn.5' Ijzertijd en Romeinse tijd (800 v. Chr. -12 v. Chr en 12 v. Chr. 500 na Chr.) Vanaf het midden van de Ijzertijd nam de veenvorming steeds meer toe, waardoor het veen tot hoger op de strandwallen aangroeide. Het land schap was erg vochtig. Daardoor werd het landschap steeds minder aan trekkelijk om te wonen. Het bewoonbare oppervlak en het areaal bruikba re landbouwgrond werden kleiner en mensen gingen regelmatig op zoek naar andere plekken om te wonen. De bewoning op de strandwallen was dus niet continue, men woonde steeds korte tijd op één plek. Ook waren er regelmatig overstuivingen van zand, waardoor men gedwongen werd ergens anders te gaan wonen. Archeologische vondsten uit de Ijzertijd en Romeinse tijd zijn daar door schaars in Haarlem. De vondsten, die bekend zijn, hebben we derom te maken met landbouwactiviteiten zoals greppels en ploegspo- ren. De meeste hiervan zijn aangetroffen op de Haarlemse strandwal, in Haarlem-Noord en op verschillende locaties in de binnenstad.6' De enige uitzondering daarop, en daarom zeer bijzonder, is de vondst van twee plaggenwaterputten tijdens archeologisch onderzoek voorafgaand aan de bouwplannen voor een parkeergarage nabij het Provinciehuis aan de Dreef. Door de scherven handgevormd aardewerk in de putten weten we dat ze dateren uit de Ijzertijd. Waarschijnlijk hebben hier oorspronkelijk veel meer sporen uit de Ijzertijd gelegen, maar die zijn verdwenen nadat er vanaf de 17de eeuw doorheen is gegraven. De waterputten zijn bewaard gebleven omdat ze relatief diep zijn. ANJA VAN ZALINGE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 21