oorspronkelijk aanwezig waren. Maar toen dat toch gebeurde gaf hij ach teraf ruiterlijk toe dat hij zich vergist had en dat het resultaat er mocht zijn. De vriendschappen die hij sloot kwamen vrijwel altijd voort uit eerder gedeelde zakelijke of werkervaringen. Met enkele naaste medewerkers uit zijn commissaris-tijd kwamen we van tijd tot tijd bij elkaar, voor het laatst met hem erbij op de dag van zijn 85ste verjaardag, 31 maart 2012. Werk- en privéleven hield hij strikt gescheiden. Maar ter vermijding van mythevorming: er was maar één Roel de Wit: hij speelde nooit een rol, had geen dubbele agenda, was en bleef wie hij was, onder alle omstandig heden, betrouwbaar en trouw en altijd samen met Corrie. Dat was in mijn beleving ook de basis van onze vriendschap. Tot slot: In de herdenkingsrede tijdens de viering van Alkmaars Ontzet, die De Wit op 8 oktober 1990 zeer tot zijn genoegen voor de tweede keer mocht houden, behandelde hij onder meer de groei van de Nederlandse identi teit. Hij citeerde met instemming de definitie die Gerlof Verwey van de Nederlander geeft in zijn boek Op zoek naar het wezenlijke van de Nederland se geschiedenis: 'Geen man van grote allure of meeslepende fantasie, maar wel iemand die kan waarnemen, die om zich heen kan zien, die alleen zijn eigen ogen vertrouwt en zich niet licht laat inpalmen en die zich niet tot excessen laat leiden. Een man ook die zelfbewust door het leven gaat, praal en pronk vermijdt, en die genoeg heeft aan zijn eigen innerlijk en zijn eigen mening." Geen wonder dat Roel de Wit zich in deze omschrijving heel goed kon vinden. Als er iemand aan het beschreven beeld voldeed, dan was hij het zelf: een bestuurder om respect voor te hebben, een mens om van te hou den. LAMBERT H.M. QUANT NECROLOGIEËN 229

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 231