Koorn, Inventaris van het stadsarchief van Haarlem 1245-1572, Haarlem 2002, p. 22- 24; zie ook: F.W.J. Koorn, 'Middeleeuwse stadszegels van Haarlem', in Kennemer kroniek, jaargang 6, nr. 24,2002, p. 8-11 (bewerking van genoemde bladzijden van de 'Inleiding', zonder de annotatie). Van haar teksten maak ik dankbaar gebruik. 3. Zie reeds mijn studie 'De ketting van Damietta, een Haarlems zaagschip en Willem 1 van Holland. Over de wording en standaardisering van een kruistochtmythe', in: Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis 14,2011, p. 113-149- Hier geef ik een uitgewerkte en verbeterde versie van het gedeelte over de zegels, p. 132-136, met afbeeldingen waarover ik toen nog niet beschikte, en een samenvatting van de overige resultaten aldaar. 4. Afgebeeld in: Corpus SigiïlumNeerlandicorum (hierna: CSN), Den Haag 1937- 1940), dl. 1 (tekst), p. 59; dl. 11 (Platen), nr. 592a en 592b. 5. Afbeeldingen: Enschedé, Inventaris, dl. 111, plaat 1, nr. 1; Koorn, Inventaris, tussen p. 20 en 21. Zie ook het prachtig geïllustreerde boek van Peter Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild? Geschiedenis van het stadswapen, Haarlem 2010, p. 20 (foto en tekening). 6. Lille, Archives du Nord, archief rekenkamer, nr. B 260, pièce 5521. Dit zegel werd al beschreven door G. Demay, Inventaire des sceaux de laFlandre, Parijs 1873, dl. 1, p. 435-436, met nr. 3968 (afbeelding). De twee zegels uit 1345: zie Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 51; Koorn, Inventaris, p. 22. Verhelderende bladzijden over deze vijf zegels: E.C. Dijkhof, Het oorkondewezen van enige kloosters en steden in Holland en Zeeland, 1200-1325, Leuven 2003, dl. 1, p. 302-303. Hieraan ontleen ik in dit artikel waardevolle informatie. Voor de oorkonde uit 1323: zie ook dl. 11, p. 582 (nr. 1145). 7. Dordrecht, in gebruik vóór 1281 tot 1482: zie CSN, dl. 1, p. 58 en 11, nr. 586; Dijkhof, Het oorkondewezen, dl. 1, p. 176-178. Deventer, in gebruik van 1271 tot 1376: CSN, dl. 1, p. 58 en 11, nr. 581 (1271). Andere voorbeelden uit de 12de en 13de eeuw: Utrecht en Zutphen. 8. Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 51. Vgl. Openbaring 22,1-2. 9. Romeinen 13,4. 10. L.Ph.C. van den Bergh, Beschrijving der vroegere Nederlandsche gemeentezegels in het Rijks-Archief en ook elders bewaard, benevens der buitenlandsche in het Rijks- Archief berustend, 's-Gravenhage 1878, p. 42, zegel van Haarlem nr. 4. 11. Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 51; plaat 11, nr 7. Koorn, Inventaris, p. 23, met verwijzing naar inv.nr. 718y en 143X. Zie ook Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 21 (foto en tekening); voor Vivitalis leze men aldaar Civitatis, wat overigens evenmin juist is; zie noot 13 hierna. 12. Nationaal Archief, Den Haag, Graven van Holland, nr. toegang 3.01.01, inv.nr. JAAP VAN MOOLENBROEK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 57