afb. tussen p. 20 en 21 (middelste afb.); Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 23. 23. Enschedé, Inventaris, dl. m, plaat 11, nr 4 (niet in het stadsarchief Haarlem; tekening naar een exemplaar in het Rijksarchief, aldus Enschedé). Vgl. Koorn, 'Inleiding', p. 23. Niet bij Hammann. 24. Enschedé, Inventaris, dl. in, plaat 11, nr 5; Koorn, Inventaris, inv.nr. 302Y (1485 november 1), met afb. tussen p. 20 en 21 (onder); Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 24. 25. Enschedé, Inventaris, dl. m, p. 52, met plaat 1, nr. 12; Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 25 rechtsboven. 26. Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 52, met plaat 11, nr. 9; Koorn, Inventaris, p. 23, met afb. tussen p. 22 en 23 (onderste afbeelding); Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 25 onder. 27. Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 52, met plaat m, nr. 11. Zie ook Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 25 linksboven. 28. Enschedé, Inventaris, dl. 111, p. 51, met plaat ill, nr. 6. Miedema, 'Over het wapen van Haarlem', p. 69, zag hierin een zeer originele oplossing voor het permanente probleem van het plaatsgebrek voor het kruis in het zegelveld ('soms weinig beter dan een dolk'). Deze oplossing was echter niet origineel maar volgde juist de oorspronkelijke voorstelling. 29. Erich Kittel, Siegel, Braunschweig 1970, p. 307. 30. Zie F. Benninghoven, Der Orden der Schwertbrüder. Fratres Milicie Christi de Livonia, (Keulen en Graz 1965), Abb. 47 (1226). Het randschrift: t s[igillum] magistri et fr[atrum] milicie cri[sti] de Livonia. Livonia: toen ongeveer het huidige Estland en Letland. Deze orde ging in 1237 op in de Duitse orde. 31. Zie noot 7. 32. Hammann, Wat voert Haarlem in zijn schild, p. 31. Goede kritische opmerkingen over de wapenlegende bij P. Robert, 'Haarlem en Damiate', in: HaerlemJaarboek 1977, P- 95-100. 33. Voor een uitvoerige bespreking van deze en andere, minder opmerkelijke teksten zie mijn 'De ketting van Damietta', p. 117-128. Vgl. eerder W. van Anrooij, 'Middeleeuwse sporen van de Haarlemse Damiate-legende' in: E.K. Grootes (red.), Haarlems Helicon. Literatuur en toneel te Haarlem vóór 1800, Hilversum 1993, p. 14-18. 34. B.J.L. Geer van Jutphaas (ed.), Kronijk van Holland van een ongenoemden geestelijke (gemeenlijk geheeten kronijk van den clerc uten laghen landen bi der see), Utrecht 1867, p. 62. 35. J.D. Rutgers van der Loeff (ed.), Drie lofdichten op Haarlem. Het Middelnederland- jaap van moolenbroek

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2012 | | pagina 59