ting van de kerk hebben bemoeid. Zo werd op basis van deze opvattingen
besloten het hoogkoor te richten naar het oosten, waar het licht opkomt
als zinnebeeld van God, die licht in ons leven geeft. In Europa betekende
het tevens, dat de kerk gericht staat naar het Heilige Land. Over het al dan
niet oriënteren is destijds voorafgaand aan de bouw uitgebreid gediscus
sieerd. Oriëntatie betekende immers, dat de kerk met zijn rug naar de
stad werd gebouwd. Hadden de torens van de kerk aan de Leidse Vaart ge
staan, dan had het complex veel meer onderdeel van het stedelijk weefsel
van Haarlem kunnen worden. Maar de leer gaf de doorslag
Opvallend zijn de vele kunstwerken van topniveau in deze kerk. Het
verhaal gaat dat Callier zich destijds tot de schilder prof. A.J. Derkinderen
heeft gewend, die van 1907 tot 1925 aan het hoofd stond van de Rijksaca
demie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij vroeg hem zijn beste
katholieke leerlingen aan te wijzen, die hij dan bij de inrichting van de ka
thedraal zou betrekken. Dat verklaart, waarom veel kunstenaars, die aan
de kathedraal hebben gewerkt, later beroemd zijn geworden, zoals Jan
Het interieur van west naar oost.
WIM EGGENKAMP 135