ber 1170 en zorgde ervoor dat veel gebied in Kennemerland verloren ging
voor bewoning. Datzelfde gebeurde ook in 1196,1214,1219 en 1248. Op ba
sis van het aardewerk en de grondsporen is het vermoeden dat het huis
bij de overstroming van 1170 is overspoeld en noodgedwongen verlaten.
Soortgelijke sporen van 12de eeuwse bewoning zijn gevonden in de Zui
derpolder. Daar werden wandfragmenten en een kleivloer opgegraven. In
een ondiepe kuil zat een groot aantal kogelpotfragmenten, een wetsteen
en een benen spinklosje. Deze vondsten vertonen grote gelijkenis met die
van de Veerpolder.
De vroegste veenontginningen zijn in het huidige landschap niet of
nauwelijks te herkennen. Veenontginningen ten behoeve van landbouw
leidde tot erosie van het veen waardoor het niveau van het maaiveld lang
zaam daalde. Daardoor kwam het bij de grondwaterspiegel te liggen en
werd te nat voor akkerbouw. Dat kan men nog enige tijd oplossen door
het graven van greppels en sloten, maar uiteindelijk is het land alleen nog
geschikt als grasland.
Tegenwoordig kan men, door betere technieken, deze gronden weer
Huisplaats in de Veerpolder.
ANJA VAN ZALINGE 11