Met vier zetels tegen twee voor het cda kon de PvdA een zwaar stempel
op het beleid drukken. Of Van Schooten erg gelukkig was met de samen
stelling van het college is de vraag. In ieder geval liepen de spanningen
tussen de PvdA-bestuurders soms flink op. Aan de ene kant kan het pret
tig zijn een politieke meerderheid te bezitten in een college, anderzijds
blijft elke wethouder zijn eigen portefeuille verdedigen en persoonlijke
stijl behouden. En Van Schooten's stijl bleef even uitgesproken als hij al
tijd al was geweest. Alleen had hij nu niet te maken met een partijgenoot,
Loeki van Baaien, met wie het al lang niet erg boterde, hij werd nu bo
vendien geconfronteerd met twee jongere partijgenoten met een geheel
andere mentaliteit en manier van werken. De twee nieuwe wethouders
werden geconfronteerd met een ervaren bestuurder met een grote porte
feuille en een grote hoeveelheid geld die nauwelijks afhankelijk was van
de stand van de stadsfinanciën. Ook al was hij het niet (daarvoor was hij
in zijn hart te veel democraat) het air van onaantastbaarheid dat hij graag
opriep en dat hij nog eens versterkte door ostentatief cryptogrammen
te gaan zitten oplossen tijdens vergaderingen, begon toch steeds meer
weerstand op te roepen. De keren dat er echt iets dreigde mis te gaan in de
portefeuilles van collega's greep hij in. Daarmee leverde hij, die zo goed
kon en wilde polemiseren, tegelijk stabiliteit voor de buitenwacht.
Zo op het oog leek het dan ook vreemd dat niet hij, maar de tactisch
onhandige wethouder Loeki van Baaien in 1990 lijsttrekker werd. Waar
schijnlijk voorvoelde Van Schooten dat wat hem in 1986 op het nippertje
gelukt was, lijsttrekker worden, dit keer wel eens anders zou kunnen lo
pen.
Het zat de PvdA landelijk al niet mee en dat had ook in Haarlem zijn
weerslag. Het verlies van vier zetels was fors en het politieke landschap
veranderde ingrijpend door de opkomst van d'66. Omdat de PvdA nog al
tijd de grootste partij was, leidde lijsttrekker Loeki van Baaien de onder
handelingen. Het liep uit op een drama voor de PvdA. Van Schooten, die
geheel buiten de onderhandelingen werd gehouden, moet het gestuntel
van zijn partij met lede ogen, maar misschien ook met een zeker leedver
maak hebben aangezien. Maar uiteindelijk was hij te zeer verknocht aan
zijn partij om de uitslag van de onderhandelingen niet te betreuren.
Voor het eerst in 63 jaar geen socialisten in het college. Hij was echter
wel zo sportief zijn waardering te uiten over het resultaat dat de nieuwe
coalitiepartners geboekt hadden. Binnen de PvdA was het laatste woord
over het debacle natuurlijk niet gesproken. Het zou te simpel zijn om
de voor de pvcLa mislukte onderhandelingen geheel in de schoenen van
234 HAERLEM JAARBOEK 2014