onzin te verkondigen. Als Kees wat zei, vertelde hij echt een verhaal. Maar
Jannie was de baas.'
Bij alle (door vrijwel iedereen gewaardeerde) bezigheden van Jannie
was Kees haar steun en toeverlaat, laat Max weten. Of het nou om haar
kraakacties, kunstactiviteiten of maatschappelijke verontwaardiging
ging, 'Kees schreef met zijn vaardige genuanceerde pen brieven en artike
len om aan haar inzet onderbouwing te geven', zegt Max. Daarnaast was
Kees actief voor de Haarlemse PvdA. Ook daar gaf hij zo veel mogelijk stu
ring aan (een open) communicatie met de leden.
'Typisch Kees' is een anekdote die Inge Crul zich over hem herin
nert. Na het Vrije Volk was Kees vanaf 1969 enkele jaren voorlichter bij
het Rijksmuseum. 'Op een dag bezocht mevrouw Pompidou, de vrouw
van de Franse president, met koningin Juliana het museum. Fotografen
mochten in een aparte ruimte verzamelen, de schrijvende pers was niet
welkom. Maar, op een kleine afstand van het gevolg, stond de Haarlemse
journalist Ko van Leeuwen (de toenmalige man van Inge Crul). Ko schrijft
daarover in een column 'Kees trok even een wenkbrauw op, maar deed
verder of hij mij niet zag en ik deed naar hem toe hetzelfde.'
De voorlichting bij het Rijksmuseum boeide hem niet zo. Toen de
gemeente Haarlem een eerste persvoorlichter zocht, werd hij na een
persoonlijk gesprek met burgemeester Jan Reehorst aangenomen. Ook
dat werk deed Kees met het idee dat democratie alleen kan bestaan met
openheid van zaken. Bij zijn uitvaart, medio 2014, waren opvallend veel
(voormalig) ambtenaren en journalisten uit die tijd aanwezig. Journa
list John Oomkes schreef in zijn necrologie over Kees in Haarlems Dag
blad van 17 juli: 'Kees meldde je per telefoon dat het stadhuis code oranje
of rood verwachtte. Of je je alvast niet wilde inlezen in je verhaal? Kees
zette het Haarlemse stadhuis letterlijk open voor de journalistiek.'
Zijn belangstelling voor het lokale bestuur bracht hem op latere leeftijd
in 1982 tot eindredacteur bij het blad De Nederlandse Gemeenten, dat voor
al door ambtenaren en bestuurders werd gelezen. In 1987 schreef hij een
boek met foto's van de vooraanstaande persfotograaf Dolf Toussaint over
de lokale democratie. Zoon Max herinnert zich die periode goed. 'Kees
genoot van die opdracht en reisde met Toussaint het hele land af.' Mijn
grootvader wordt afgeschilderd als een echte netwerker. De journaliste
Inge Crul studeerde in haar vrije tijd rechten en dat vond Kees heel leuk.
'Hij moedigde mij aan als zijn opvolger te solliciteren. Ik was gevleid dat
een goede journalist en woordvoerder mij dat aanraadde. In 1999 kwam
het er echt van.'
NECROLOGIËN 237