De helling was negen meter lang en 7,5 meter breed en opgebouwd uit
dertien dikke planken. Hier en daar zijn in het verleden reparaties aan
gebracht. De hellingplanken waren verbonden met vier onderliggende
balken door middel van houten pennen en enkele ijzeren nagels. De 'kiel-
plank' was nog aanwezig en rustte op negen houten blokken.
Aan de westzijde was de insteekhaven/havenkom beschoeid met plan
ken, aan de oostzijde was bovenop de beschoeiing een tweede zij-helling
aanwezig, welke haaks op de hoofdhelling lag. Deze zij-helling viel deels
buiten de damwanden van de bouwkuip.
De achttiende-eeuwse datering is afgeleid van het vondstmateriaal
(aardewerk) en historisch kaartmateriaal. Op een kaart van De Wit uit
1689 zijn drie insteekhaventjes zichtbaar langs het Spaarne. De scheeps
helling heeft aan de meeste westelijke van deze drie insteekhaventjes ge
legen.
Op de kadasterkaart van 1811 zijn deze haventjes niet meer aanwezig en
Achttiende-eeuwse scheepshelling tijdens de opgraving aan de Scheepsmakersdijk.
30 HAERLEM JAARBOEK 2014