van het deksel is niet meer authentiek. De kroon is verloren gegaan. De
bol met daarop de crucifix rust nu direct op het deksel.
Een verguld zilveren miskelk met rijke reliëf-versieringen kan aan Ger-
rit Pietersz Pauw toegeschreven worden. De keuren zijn aangebracht op
de onderzijde van de cuppa onder de voorstelling van Maria Magdalena.
Het meesterteken is vaag maar de vorm van een sleutel is nog zichtbaar
en is ongetwijfeld dat van Gerrit Pauw. De jaarletter s is nog goed te iden
tificeren, evenals de Haarlemse stadskeur. De miskelk is gemaakt in 1638.
Het meest overtuigende argument op grond waarvan deze miskelk van
de hand van Gerrit Pauw moet zijn, is de stam, die qua opbouw, vorm van
de onderdelen en ornamenten identiek is met de kelk uit 1633 in Wormer.
De vorm en ornamenten van de voet zijn typisch Haarlems, vergelijkbaar
met de voet van een verguld zilveren miskelk van Dominicus van Lijnho-
venuit 1631 in de Rooms-katholieke Parochie H. Maria Magdalena te Wor
mer5' en eveneens met een aan Ernst Jansz van Vianen toegeschreven ver
guld zilveren miskelk uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw in de
Oud-Katholieke Parochie Petrus en Paulus te Aalsmeer.6' De tien-lobbige
voet van de miskelk van Gerrit Pauw is versierd met reliëfs van de arma
christi op een geponste ondergrond. Het bovenste oplopende vlak van
de voet is versierd met vier velden met reliëfs van voorstellingen van het
Avondmaal, de Voetwassing door Maria Magdalena, het Mannawonder in
de Woestijn en Johannes en Maria bij het Kruis eveneens aangebracht op
een geponste ondergrond. De voorstellingen zijn omgeven met de voor
Gerrit Pauw zo typische bladranken, die we al aantroffen op de bovenge
noemde kelk uit 1633 en de ciborie uit 1641. De onderste helft van de cuppa
is gevat in een opengewerkt ornament van bladranken en acanthusblade
ren die vier reliëfs omlijsten waarop voorstellingen van Maria Magdalena,
Maria, Johannes de Doper en de apostel Johannes met miskelk en slang.
De miskelk zou het enige bekende werk met figuurlijke voorstellingen
zijn binnen het oeuvre van Gerrit Pauw. De versieringen zijn verwant aan
de decoratie van een lavabo-schotel uit 1623 van Pieter Jansz Bagijn in het
Frans Hals Museum.7' Zo zijn in de rand van dit werk de arma christi weer
gegeven, misschien de inspiratiebron voor Gerrit Pauw en een voorstel
ling van het Avondmaal. Echter de figuren, voorwerpen en ornamenten
op de miskelk zijn minder expressief, schoolser en minder vloeiend uit
gevoerd.
Dat is ook kenmerkend voor het bedieningsdoosje uit 1648, die nieuwe
aanwinst van het Frans Hals Museum, waar het allemaal om begonnen is.
Een bedieningsdoosje diende om de hostie en het heilige oliesel te bewa-
PIETER BIESBOER