1 IN EN OM HAARLEM Op en om het Stationsplein De Gemeente-secretaris gehuldigd MR. RAMBONNET ZIEK DINSDAG 22 JANUARI 1935 L. Springer tachtig jaar Velsen en 't Werkfonds VROEGER EN NU MEER STILTE JA ZEKER/... OOK! „HET EEUWIGE KIND" Voor „Geloof en Wetenschap" VELSENS BURGEMEESTER ONGESTELD „Kindervoeding" GEMEENTERAAD VAN VELSEN Stichting van een R.K. school te Santpoort - Bouwen onder hypothecair verband Huldiging gemeente-secretaris R.K. school te Santpoort Verpachting zeestrand Brederoodsche weg blijft Interpellatie-van Heijst VELSERPONT EN HEMBRUG Veiligheidsmaatregelen gevraagd SIMULTAANSEANCE J. W. VAN DARTELEN In „Meer en Bosch" te Heemstede Buitenlandsch papier Velsen en het Werkfonds «aiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimniiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiininmnimiimiiiiiiiniiiimiitmiiimmiiimmiiiiiiiiimiiinmc Buiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiuj|||i|||||||||„„|,,i,,,,„,,,llll„,,l|IIIIII||||||lil|||||||jI|)|||||I||||||||)||t||||||I||||||||||||||i|i|||||i|||,|,||ii||i||||)|i= Onze stadgenoot, de bekende tuinarchitect Leonard Springer wordt a.s. Donderdag 80 jaar. Zijn naam is wereldberoemd en nog vele tientallen jaren, wellicht eeuwen, zal hij ver bonden blijven aan den Haarlemmerhout en andere moderne aanplantingen, zooals de naam van den grooten Lenótre één is met de ko ninklijke tuinen van Versailles. De heer Springer werd in Amsterdam geboren en na de Burgerschool en de tuinbouwschool „Linnaeus" te Watergraafsmeer te hebben door- loopen, bekwaamde hij zichzelf verder. In zijn lange loopbaan heeft de geslaagde autodictact in Brabant, Gelderland, Groningen en Limburg tal van parken en tuinen van kas- teelen en buitenplaatsen gerestaureerd. Hij was de raadsmin van tal van gemeentebesturen en heeft groote vreugde gebracht aan duizen den, die zijn mooie scheppingen bewonderden. Wilt ge weten lezer, welke waarde een goed tuinarchitect voor de gemeenschap heeft? Wan del dan nog eens in gedachten of in werkelijk heid langs den Zeeweg te Bloemendaal. Dat is het werk van Springer! Tienduizenden Neder landers en buitenlanders hebben daar onuit sprekelijk genoten. Denk ook aan den Haar lemmerhout, aan het park Duin en Daal te Bloemendaal, aan het Oosterpark, de Ooster begraafplaats, de begraafplaats ,',Vredenhof" te Amsterdam, aan het uitgestrekte wandel park aan den Paterswolderweg te Groningen, aan het Wilhelminapark in Tilburg, aan de door Springer in een lusthof herschapen omgeving van het paleis te Soestdijk en wees overtuigd van de voorname beteekenis, die een goed tuin architect, een kunstenaar als de heer Springer voor onze samenleving heeft. Op zijn speciaal gebied is de heer Springer een zeer groot deskundige. Een zijner bewon deraars schreef niet lang geleden in de „Nieu we Rotterdamsche Courant": Springer is een waardig zoon van zijn vader! Dit beteekent: aangeboren accuratesse, groote belangstelling voor de natuur, onverflauwde studiezin, een bepaalde drift naar exploratie van de natuur, maar tevens strijd tegen den stroom des tijds in. Het is alsof Springer een zending te vervullen heeft gehad. Daarbij verkreeg Springer een buitengewoon groote praktische ervaring; zijn open oog en zijn levendige belang stelling ontwikkelden een zeldzaam groote ken nis van de natuur. Een geleerde autodidact. Springer heeft den strijd aanvaard. Naast zijn, ik mag er wel bijvoegen Europeesche vermaard heid als dendroloog, waren prominente kenmer ken zijn scherpe, flitsende kritieken, maar te vens zijn groote hulpvaardigheid en belang stelling voor een ieder, die werkelijken eerbied voor de natuur toonde. Zooals bekend mag worden geacht, was Sprin ger de landschap-richting toegedaan. Toch mag men niet zeggen eenzijdig. En zou men mij vragen, wie meer van eenzijdigheid is te be tichten, een Reginal Blomfield of Leonard Springer, dan luidt het antwoord onvoorwaar delijk de eerste. De eerbied van Springer voor de hoogtepunten van den Architectonischen tuinstijl is grooter en getuigt van grooteren geest dan de smalende kritiek van Blomfield in zijn welhaast wereldbekend werkje. ,,The For mal Garden". Indien men Springer in dit op zicht iets zou mogen ten laste leggen, is het dit: dat hij in zijn strijd, de menschen te bren gen tot de overtuiging van de autoriteit der natuur, wel eens de wenschen van het oogen- blik, welke ook een steentje bijdragen tot het geluk der menschen, niet ten volle heeft er kend. Hierin ligt wel de groote taak van het heden, om zonder de individueele belangen te schaden, toch de eenheid van het landschap, dit is dan de gemeenschap, te dienen. Wanneer wij over evolutie in de tuinkunst spreken, is de rol van Springer in deze evolutie als schakel van het verleden naar de toekomst belangrijk geweest, wel te verstaan, in geeste lijken zin, want er is ook een materieele evo lutie in de tuinkunst geweest, hoewel hier mo gelijk beter van revolutie ware te spreken. Springer's geloof aan de autoriteit der na tuur, de majesteit van het houtachtige gewas, de monumentaliteit van het geboomte, heeft hem de veerkracht gegeven om zijn gedachten voort te planten uit de romantiek der 19e eeuw naar de realiteit van het heden. Want wat doen wij thans anders dan ons druk maken over de meest gewenschte toepassing van de houtach tige gewassen langs onze wegen? In den breede een overzicht te geven van alle werken van Springer is ondoenlijk. Naast tal rijke groote gemeenschappelijke parken, villa parken enz. telde het archief in 1925 reeds tot 800 particuliere werken, waaronder talrijke van grooten omvang, zooals het arboretum Poort- Buiten te Oldenzaal van de familie Gelderman, kasteel Rechteren te Dalfsen, kasteel Helmond en tientallen dergelijke. Als boomkundige heeft Springer een Euro- peeschen naam. Dendrologie is welhaast een hartstocht. Een detective in de plantenwereld. In gewoon eikenhakhout onderscheidde hij een kleine 20 constant afwijkende vormen. De hout achtige flora met al haar variaties uit Azië en Amerika kent hij als zijn goede vrienden. En dan bedoel ik hiermede alle botanische ken merken. Toen hem tijdens een maaltijd een par tijtje dennenappels op zijn bord werden gelegd, met de mededeeling: „Springer, de soep wordt koud," onderscheidde hij onmiddellijk zeldzame exemplaren uit Zuid-Frankrijk en Italië. Er is in het natuur-vraagstuk niet zoozeer behoefte aan evolutie in de schoonheid, maar wel aan evolutie in de waardeering van het schoone, dit is de natuur zelve, in haar vollen omvang. De schoonheid is niet buiten, maar in ons zelve. Wij hebben slechts onze oogen te openen, ons hart ontvankelijk te stellen, wij hebben slechts te leeren begrijpen, hetgeen er om ons heen in de natuur geschiedt, en wij hebben slechts geduld te oefenen. Het ongeduld is zeer dikwijls oorzaak van zooveel leelijks om ons heen. ■Indien wij ons even willen indenken, dat de meeste boomsoorten tientallen jaren noodig hebben om vollen wasdom te bereiken, volle schoonheid U ontplooien, dan kan er 1 in ons slechts eerbied en dankbaarheid zijn voor den man, die geduld geoefend heeft, om deze schoonheid der natuur aan anderen te berei den. Zijn zending is niet vergeefsch geweest. De heer Springer is van de gemeente Haar lem de grof,-adviseur gewevst in tuin- en parkaangelegenheden en onze gemeente is daar wél bij gevaren. Haarlem is een fraaie stad. Maar of zijn verblijf in onze omgeving hem louter vreugde heeft gebracht, mag worden be twijfeld. En dan denken wij allereerst aan zijn strijd rond 1900 om de reorganisatie van den Haarlemmerhout. Fel is hij toen aangevallen door zijn stadgenooten. In latere jaren hebben zij de scherpte van die aanvallen weggenomen door hem keer op keer te huldigen en te ver zekeren, dat zij zich vergist hadden, dat hij de reorganisatie van den Hout juist had ingezien. Maar dat neemt niet weg, dat hij stuk voor stuk zijn zoo mooie werk heeft zien verknoeien. De huizen en villa's vraten in den loop der jaren hoe langer hoe dieper het bosch in en groote rij- en asfaltwegen verstoorden er de rust en nog niet lang geleden heeft de heer Springer een strijd gevoerd om een der laatst overge bleven mooie plekjes, den doorkijk van het Paviljoen af gezien, te beschermen tegen een ander kunstenaar, den heer Jan Bronner, die hem dat wilde ontnemen om er zijn Hildebrand- monument op te plaatsen. Juist een dezer dagen is nog op eclatante wijze de onschatbare waarde van een man als ijle heer Springer voor het stedenschoon van Haarlem duidelijk geworden. Eenige jaren ge leden werd de heer Springer benoemd tot lid der plaatselijke Schoonheidscommissie. In die hoedanigheid kreeg hij eenigen tijd geleden ook te oordeelen over den bouw van het Sport- fondsenbad. dat het Brongebouw in het Frede- rikspark zou vervangen. Zóó fel heeft hij zich tegen de bouwplannen verzet, dat hij, toen B.en W. een bouwvergunning verleenden, als protest zijn lidmaatschap van de schoonheidscommissie neerlegde. De Haarlemmers kunnen thans be- oordeelen of zijn verzet gemotiveerd was. Velen zijn van meening, dat het Sportfondsenbad op die plek misstaat. Uit dit laatste voorbeeld blijkt wel van hoe veel waarde een man als de heer Springer voor het uiterlijk schoon van een stad kan zijn. Er is dus alle reden hem op zijn tachtigsten ver jaardag te huldigen. In de verwachting van iets goeds te zullen genieten zijn de leden van „Geloof en Weten schap" gisteravond den Stadsschouwburg bin nengetrokken, tot ongeveer alle plaatsen bezet waren vol verwachting, omdat het bestuur in het verleden reeds zoo dikwijls getoond heeft voor de tooneel-bijeenkomsten een ge lukkige keus te kunnen doen. Dat vertrouwen is beloond geworden: het waren louter vol dane gasten, die glunderend van napret om half twaalf het gebouw verlieten. „Het eeuwige kind," een allergenoegelijkst Weensch blijspel van Robert Neuner, waar van nu voor Haarlem de première gegeven werd, was het jubileumstuk van den uitste kenden en sympathieken acteur Anton Roe mer. Hü is hierin de eigenaar van een groot concern, dat zijn naam draagt, maar de mil- lionnair mist de allures van den grooten za kenman, zoowel als de gebreken van den rijkaard en is in zijn hart een kind. Als win naar van een prijsvraag heert hij een kostelijk verblijf in een hotel te goed en hij profiteert daarvan in alle bescheidenheid, onder een schuilnaam, terwijl zijn bediende, Johan Sei- delbast, als man van fortuin in hetzelfde hotel gaat logeeren. De dochter, Herta Schlüter, is bevreesd, dat het haar armelijk: uitzienden vader daar aan het noodige confort zal ont breken en daarom waarschuwt zij telefonisch den hoteldirecteur voor de aankomst van den schijnbaar sjofelen gast. Dan heeft er een ver gissing plaats: de jonge dr. Georg Scheinpflug wordt voor den vermomden geldmagnaat ge houden, terwijl de eigenlijke millionnair zich een vernederende behandeling moet laten wel gevallen. Scheinpflug, een weltfremde, innemende jonge man, sluit vriendschap met den verschoppeling, en als de gulle Seidelbast hem zijn voorspraak belooft voor een betrekking bij het Schliiterconcern, dan ijvert hij zelfs voor een baantje ook voor zijn ouden kameraad. De heer Schlüter bereikt dus wel zijn doel: hjj leert in dit hotel de menschen kennen. Maar er gebeurt méér. Hertha reist, met de huishoudster, haar vader na en dan kan 't al spoedig niet anders, of de aardige doctor en het jonge meisje vinden elkaar in een snel beklonken genegenheid. Om dit gegeven heen zijn allerlei verwikke lingen gespannen, die tot de grappigste situa ties leiden. De verschillende misverstanden, die met de camouflage der personen verband hou den, brengen telkens weer tooneeltjes van de opperste vroolijkheid te week en de schrijver heeft geen kans onbenut gelaten om vier be drijven met komische actie te vullen. 't Is daarbij wel een zeer goede noot voor zijn kunst van construeeren, dat het laatste bedrijf nog het meest van al geladen is van geestige dia logen, die de eene verrassing na de andere vergezellen. Met dit al zou het spel toch misschien een beetje tè licht, een beetje tè vlak zijn, als het niet op zóó kostelijke wijze voor het voetlicht werd gebracht als het Vereenigd Rotterdamsch Hofstadtooneel dat in uitmuntende bezetting, onder bekwame regie van Adriaan van der Horst doet. 't Is waarlijk onverbeterlijk, wat de hoofdpersonen hier van hun rollen maken. Die goedmoedige „Naumann" van Anton Roe mer is een heerlijke vent, die zijn „eeuwig kind"-schap met eere draagt. De speler maakt er, onder alle vroolijkheid door, een fijne fi guur van. En in Johan Elsensohn is een be diende getroffen, zoo gul en zoo aanstekelijk in zijn grappigheid, dat hij van het begin tot het einde den lach meekrijgt. Annie van Duyn heeft tot taak, als opgewekt dochtertje en geestige verloofde een prettige verschijning op de planken te zijn en zij speelt haar rol met veel kleur. Cec. SpoorCarelsen stond als de allesbehalve snuggere huishoudster goed haar partij, Dirk Verbeek was een kwieke hotel directeur, Piet Bron een moppige portier. Paul Steenbergen een komische fat, Fie Carelsen een goed geteekende flirtende dame. En nu doen we niemand onrecht, als we nu nog eens zeer in het bijzonder melding maken van het buitengewoon fijn doordachte type, dat Theo Frenkel creëerde in zijn rol van dr. Georg Scheinpflug. Zelden zal een lichtelijk komische figuur, als deze jongeman uit zich zelf reeds is, meegetrokken in een reeks van kluchtige situaties, die hem aan de belachelijk heid dreigen over te leveren, zich zóó sympa thiek weten te handhaven als dat bij het mees terlijk spel van Frenkel het geval was. Ver wonderlijk goed was dat! Het moet gezegd, dat de uitvoerenden de „zaal" mee hadden. Er was een prettig contact, dat de vroolijke actie stimuleerde. Zoo gaven de spelers het beste wat zij te geven hadden en zoo was er aan beide zijden van het voet licht groote voldoening. Het tooneel zag er in alle acten keurig ver zorgd uit en de wintersche tuin in het derde bedrijf verdiende den afzonderlijken bijval. Het ensemble-Nibbering leverde goede muziek in de tusschenpoozen en ook dit werd gewaardeerd. Dat Anton Roemer nog altijd jubilaris is, werd door „G. en W." niet vergeten: hij ont ving een fraaien krans, een welverdiende hulde, die den genotvollen avond keurig besloot. H. B. v. d. S De burgemeester, mr. T. L. J. E. Rambonnet is al eenigen tijd lijdende aan galsteen en in bet St. Antonius-ziekenhuis te IJmuiden op genomen. Vermoedelijk zal operatief ingrijpen noodig zijn. De vereeniging „Kindervoeding" reikte in de afgeloopen week uit in hare af deelingen: Zoete- straat 1361 porties. Overtonstraat 1551 porties; Byzantiumstraat 834 porties. Bovendien werden dagelijks aan de scholen voor Buitengewoon L. O. 120 porties verstrekt. Wegens gevaar van in storten moet de Noor- derkerk te Hoorn, da teerend uit de vijf tiende eeuw, met palen en balken gestut worden. Gisteravond vergaderde de gemeenteraad onder voorzitterschap van den wethouder, den heer J. C. Dunnebier. De burgemeester was wegens ongesteldheid verhinderd. Alvorens met de afhandeling van ae agenda wordt begonnen, spreekt de VOORZITTER den wensch uit, dat de burgemeester weer spoedig hersteld naar zijn gezin en zijn werkzaamheden zal mogen terugkeeren. De burgemeester is in het St. Antoniusziekenhuis opgenomen en zal vermoedelijk een operatie moeten ondergaan. Di't neemt niet weg dat het college en de ge- heele raad op een spoedig en algeheel herstel hopen. (Instemming bU den raad). Hierna richt de VOORZITTER zich tot den gemeentesecretaris, den heer Hofstede, die dezer dagen zijn zilveren jubileum in gemeen tedienst heeft herdacht. Het spijt spr.,, dat deze woorden achteraf moeten worden gesproken, doch de jubilaris heeft geen keus gelaten, wilde zelfs geheel van een herdenking afzien. Toch voelde spr. zich verplicht den heer Hofstede van harte te complunenteeren en den wensch uit te spreken, dat de heer Hof stede nog lange jaren hier als gemeente secretaris mag werkzaam zijn. (Applaus). De heer VERMEULEN sluit zich namens den geheelen raad bij deze woorden aan. Spr. meent, dat hij niet alleen den jubilaris moet gelukwenschen, doch ook den raad De wijze, waarop de secretaris zijn taak vervult, heeft alle raadsleden tot zijn vrienden gemaakt. Spr. dankt den secretaris voor de samen werking en voor de wijze, waarop hij getoond heeft den raad te willen dienen. De jubilaris heeft een hooge opvatting van Nü kunnen we zeggen, dat het Stationsplein klaar is. Wel is het asphalt al maanden klaar, ligt er het nieuwe railsnet, maar daar ontbrak nog het rondpoint met lichtsein, halverwege viaduct en Hotel Royal. Ook dat is nu na lang durige, proefnemingen met looze vonders op zand totaal af. Thans zeker is het ook tijd iets van het Sta tionsplein te vertellen, maar daarbij kunnen we het spoor niet missen. Wat zou ook een stationsplein zonder spoor beteekenen. Zonder dat zou het spoedig zoo iets worden als het Elzen-, het Meidoorn- of het Mercuriusplein in Haarlem N.W. We weten natuurlijk allemaal, dat in 1839 de eerste spoorlijn in Nederland n.l. Haarlem Amsterdam geopend werd. Later werd de lijn doorgetrokken naar Leiden, Den Haag, Rotter dam. Dordrecht, Moerdijk. De trekschuit „lei het loodje". Binnen acht jaar verdween de Amsterdamsche schuit: geen passagiers, geen goederen meer. Met het Leid- sche Veer ging het dito. Eerst was dat bij de Eendjesbrug, later bij de Zijlpoort. En zoo druk als het eerst was, zoo stil werd het, nu de lijn tot Leiden was doorgetrokken. Daarentegen werd het buiten de Spaamwouderstraat leven diger. Was het -van 1632 af daar eerst elk uur een afgaande en een terugkeerende schuit, na 1839 begon het spoor meer en meer te trekken. Wel waren er in het begin slechts drie treinen per dag en bleef de eerste jaren elk uur een schuit vertrekken, de schuit bleef langzaam gaan en de overtocht duurde minstens twee uur. Het spoor bracht de reizigers veel sneller over. Onzen lezers, die het nog niet weten, deelen we mee, dat station Haarlem aan de Amster damsche Vaarts was, dicht bij de Amster damsche poort. De klok in de poort bleek nu ook van evenveel nut voor de spoorwegreizigers als voor de trekschuitpassagiers te zijn. Nog zullen u de oudere arbeiders van de Centrale Werkplaats u op het emplacement „het Oude Station" aanwijzen. Dit was evenwel slechts hulpstation; de spoor zou worden doorgetrokken. Maar daarvoor moest eerst een brug over het Spaarne komen, waarvan Busken Huët in zijn Lydewijde spreekt. Dan ook, en er was verzet, moesten de pas door Zocher tot plantsoen her schapen Bolwerken voor een groot deel gekapt worden en doorgegraven en Haarlemsche bedrij ven moesten ook verlegd worden. Om dat te begrijpen moeten we terug naar na 1672 toen de Nieuwstad tusschen Nieuwe Gracht en den Singel aan den Noordkant ontstond. Daar werd in Mfy-uvuv\r>'.g tjffi fop weerszoden van de Ken- nemer of Nieuwpoort een kerkhof gemaakt en wel rechts voor de Israëlieten en links het Noorderkerkhof. Beiden al weer langer dan een eeuw verlaten. De heele buurt hier links en rechts van einde Kruisweg was tot 1839 ontoe gankelijk, afgesloten door walmuren. Na de slooping daarvan werden beide terreinen door omrastering van den publieken weg afgesloten. Dat is het z.g. „Jodenkerkhof" vlak bij de Ken- nemerbrug nog. Waar ge nu nog het groote grasveld kent aan het Statenbolwerk waren indertijd de asch- en vuilnisbelten, die zich uitstrekten tot in hef tegenwoordige Kenaupark. Daar stonden ook de asch- en vuilniskarren. Daar waren ook de „Moddervelden", waar de opgebaggerde specie uit grachten en singels werd gestort. Daar moest „het spoor" dwars doorheen en zoo zien we de stadsreiniging verdwijnen naar het Harmen Jansveld. 24 Maart 1841 werd te Amsterdam aanbe steding gehouden van het maken van een aar den baan „ten behoeve der verlenging van de Hollandsche IJzeren Spoor en wel van het sta tion buiten de Spaarnwouder Poort tot aan de Brouwersvaart. Aannemer werd de heer Ploos- ter van Vianen en wel voor ƒ51400. Den 5en Mei van hetzelfde jaar 1841 werd een spoor brug over het Spaarne aanbesteed. Deze zou zes openingen hebben op gemet selde puvanten met een ijzeren draaibrug in het midden. Daarvan werd de toenmalige stad genoot W. van Doorn aannemer voor ƒ83000. 26 Mei daarop volgde nog de aanbesteding van nog 4 bruggen met de noodige afrasteringen, in en bij de stad. Den heer Bijleveld werd het werk voor 60.000 gulden gegund. Hij deed de karwei evenwel over aan den heer Plooster en zoo zou het spoor binnen korten tijd de stad over de geheele breedte doorsnijden. Daartoe moesten ook eenige huizen tegen het einde van den Kruisweg verdwijnen. Die werden dan ook in de tweede helft van April 1841 gesloopt. Maar op het terrein, waarover de spoorbaan zou loopen moesten ook een groot aantal op gaande iepen gerooid worden. Een goede op brengst kon het gemis aan natuurschoon niet verhelpen. In verband met den spoorwegbouw kwam ook de aanleg van een nieuwen rijweg langs het bolwerk tot de Varkensmarkt, later verlengd tot aan het Spaarne. Wat het laatste gedeelte betreft n.l. tot aan den molen ,,'t For tuin" (in 1905 gevallen voor het maken der verhoogde spoorbaan) dit gebeurde ook van stadswege, maar op kosten van de Hollandsche Spoor. Ondanks het verlies van een deel van het bohverkplantsoen heeft de spoor aan de ont wikkeling van de stad heel veel goed gedaan. Was het in de 40er jaren pijnlijk aangedaan door den armoedigen vervallen toestand van de nieuwe stad boven de Nieuwe Gracht, spoedig zou het beter worden. Voor het reizend publiek, dat met eiken trein werd aangevoerd, werden hier hotels gebouwd. We kennen allemaal nog Hotel Lion d'Or, toen van W. J. Wagner. Dan kwam er de Oude Rosmolen van J. E. Paulen, het Kenauparkskoffiehuis van S. M. Storm, het logement „de Rotterdamsche Spoorwagen" van G. van Looy en de „Stad Amsterdam" van H. Cramer. Ook kwam er leven op het nieuwe Stations plein. In de 80er jaren schreef een Haarlemmer: „Het Stationsplein, dat des zomers en vooral op Zon- en feestdagen steeds een woelig tooneel oplevert en dan voor een groot gedeelte wordt ingenomen door een leger van vigilantes en tentwagentjes, wier veelal ijverzuchtige voer lieden gereed staan om bij eiken aankomenden trein het reizend publiek, dat niet belieft ge diend te zijn van een rijtuig, een stofwerende regenbui of iets anders van dien aard toe- wenschen." Hoe geheel anders is het beeld nu: geen een aapje of vigilante meer, wel talrijke taxi's maar geen ongemanierde chauffeurs. Verder nog één tram, de groote gele naar Leiden en dan de noodige bussen en wie zou er 20 jaar geleden nog gedacht hebben aan een verkeers agent en dan die eilandjes en dat lichtsein. Eén ding bleef: de vórm van het plein, eigen lijk meer een ruime straat. Het groote grijze stationsgebouw aan den Noordkant van het plein, was lang niet mooi. De „hooge" baan maakte een ander noodig, dat nu bijna 30 jaar reeds architectonisch meer voldoet. Nog sluit dit de Noordzijde van het plein geheel af. Aan de Zuidzijde is nog de groote rijtuigfabriek van Beijnes. Ook zijn er nog eenige koffiehuizen en hotels. Als we de namen noemen van die in de 80er jaren, zal men ze, mits men geen oud-Haarlem mer is niet herkennen. Het waren: het Noord en Zuid-Hollandsche Koffiehuis van de wed. Gockel, Koffie- en Bierhuis: Stationszieht en het kleinere Velserkoffiehuis. Aan 't Oosteinde van 't Stationsplein bij den Jansweg woonden in de 80 jaren de gebr. A. J. en P. T. van Wijngaerdt, kunstschilders, wier werken hier en in den vreemde werden gewaar deerd. De eerste was landschap-, de tweede portret- en genreschilder. Die huizen zullen evenwel op den duur ver dwijnen. Al lang is er een plan een straat langs de spoorbaan naar het terrein van de Phoenix te maken. Nog een ding willen we zeggen. Die spoor rails op het plein zijn nooit voor verkeer be stemd geweest. Op een goeden dag zult ge wel eens een paar nieuwe spoorwagens voor de fa briek Beijnes op het plein zien staan. Die gaan over die rails, einde Jansweg kruisend naar de spoorbaan richting Amsterdam. zijn taak. Moge deze 25 jaren nog met vele vermeerderd worden en moge hij eenmaal hier zijn zilveren jubileum als gemeentesecretaris vieren. Wij bevelen ons aldus spr. in uwe vriendschap aan. Moge het u gegeven zijn nog zeer veel arbeid voor de gemeente te doen. God gebïede daarover u en uw gezin Zijn zegen. (Applaus) De heer Hofstede beantwoordde de toespra ken met enkele vriendelijke woorden, waarbij hij dank bracht voor de goede verstandhouding en de vriendschap, welke hij heeft ondervon den. Aan de orde was hiema het voorstel van B. en W. om gelden uit de gemeentekas te verstrekken voor de stichting van een R. K. school voor lager onderwijs te Santpoort. De heer VAN HEIJST maakt, als gewoonlijk, principieel bezwaar tegen dit voorstel. Voorts vraagt spr. of de school publfek aanbesteed wordt en of bestek en teekeningen voor ae le den ter inzage zijn. De heer TEN BROEKE vraagt om dc grootst mogelijke soberheid bij den bouw te betrachten. Hetzelfde doet de heer Enzerink. De VOORZITTER antwoordt dat de teeke- ni'ngen door B. en W. moeten worden goedge keurd. Verdere bevoegdheid b.v. ten aanzien van overleg met den raad geeft de wet niet. Het voorstel/ wordt hierna goedgekeurd. Goedgekeurd wordt hierna het voorstel tot verhuren van gemeente-eigendommen in „Roos- wijk" en tot kwijtschelding van de betaling van huurpenningen en verlaging van den huurprijs voor een perceel grond aan de Uitendaalstraat te Santpoort. Eveneens wordt goedgekeurd het voorstel tot afbraak van de muziektent aan de Casembroot- straat te IJmuiden Oost. De heer MAAS vond geen vrijheid om hier tegen te stemmen, alhoewel spr. er op wüde wijzen, dat hfer afgebroken wordt wat met veel moeite is opgebouwd en dat met weinig kosten ware te onderhouden geweest. Bij het voorstel van B. en W. tot verpachting van gedeelten zeestrand, maakt de heer VIS SER bezwaar tegen de verhuur van het Noor derstand aan de E. P. U. te Wijk aan Zee. Deze doet daar zelf niets, maar vraagt een stand plaats voor een gewoon ijstentje een exhorbi- tanten prijs. De heer VAN HEIJST onder schrijft dit. Wethouder BOSMAN antwoordt, dat de wïndkant, door den uitbouw van de havens, geïsoleerd is. De E. P. U. pacht hot, om con currenten te weren. Hierbij vaart de gemeente wel, omdat bij uitbreiding van de exploitatie, politetoezicht noodig zou worden. Nadat nog enkele opmerkingen zijn gemaakt, wordt het artikel goedgekeurd. Hierna wordt de verordening op de winkel sluiting, met een kleine wijziging opnieuw vast gesteld. Voors wordt de verordening tot regeling van den gemeentelijken ontsmettïngsdienst gewij zigd, waarna, op voorstel van B. en W. besloten wordt om de gemeente garant te stellen voor de rente en aflossing van een, door de IJmuifler Reddingsbrigade te sluiten geldleening, ten be hoeve van de stichting van een gebouwtje aan het strand. Een voorstel van B. en W. om den naam Bre deroodsche weg te veranderen in „Aamout Bre- derodeweg, wordt verworpen met 5 tegen 19 stemmen. Goedgekeurd werd hiema een nieuwe over eenkomst betreffende de toelating van leerlin gen uit Velsen op het gymnasium en op de middelbare school voor meisjes met 5-j. cursus, te Haarlem, waarbij de bijdrage per leerling van f 5oo.tot f 450.— per jaar wordt verlaagd. Na vaststelling der verschillende vergoedingen van bijzondere scholen, wordt goedgekeurd een wijziging der met de houders van radio-distri- butie-centrales aangegane overeenkomst- Voorts wordt vergunning verleend tot het rio- leeren en dempen van gedeelten beek langs den Hagelingerweg. Door den heer Van Heijst waren een aantal vragen gesteld over het standpunt van B. en W. inzake de door de regeering vastgestelde „Regelen betreffende het beschikbaar stellen van voorschotten onder verband van tweede hy potheek voor den bouw van arbeiderswoningen van passenden huurprijs." De VOORZITTER antwoordt, dat deze rege len voor onze gemeente van weinig beteekenis zijn. Velsen beschikt momenteel nog over 700 leegstaande woningen, waarvan 300 met een huurprijs beneden f 6.Met het oog hierop zou men den bouw eerder moeten stopzetten dan bevorderen. Bovendien kan binnenkort een belangrijke verlaging van den huurprijs voor woningen der bouwvereenigingen worden tege moet gezien. Met den Minister is overleg gepleegd, waarbij de bezwaren der gemeente worden gebillijkt. Hypotheek-aanvragen zullen door de regeering niet buiten de gemeente om worden behandeld, De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier wendde zich tot den Minister van Waterstaat ad. int. met het verzoek: le. tot het aanbrengen van doeltreffender veiligheidsmaatregelen aan de pont bij de Hembrug en Velsen, 2e. tot het doen aanleggen van een fietspad in den Rijksweg langs het Groot Noordhol- landsch kanaal tusschen AlkmaarDen Hel der. Tevens verzocht de Kamer zoowel aan dezen bewindsman, als aan het bestuur dezer Pro vincie om bij den aanleg, of verbetering van wegen een lichtkleurige steenslag als toeslag middel aan te wenden, opdat de wegen voor taan in het donker vooral ook bij het getem perd licht van autolampen beter te onderken nen zullen zijn dan zulks thans met het bijna zwarte wegdek het geval is. De aangekondigde simultaan séance van den heer J. W. van Dartelen op Woensdagavond a.s. in het „Boschhuis" der stichting „Meer en Bosch" een week worden uitgesteld en dus plaatsvinden op Woensdagavond 30 Januari ajs. n.m. 7 uur. terwijl daarbij de bezwaren der gemeente zullen worden overwegen. De heer VAN HEIJST kan zich hiermede ver eenigen. Nadat verschillende leden hierover nog het woord hebben gevoerd, wordt de interpel latie gesloten. Onder de ingekomen stukken was wederom een schrijven van G. J. Nieuwpoort, te Sant poort, waarin beschuldigingen werden geuit je gens het college, den wethouder van Openbare Werken en den notaris der gemeente. B. en W. stellen voor dit schrijven voor ken nisgeving aan te nemen. De heer VISSER heeft tot zijn verbazing in dezen brief gelezen, dat de wethouder diefstal heeft gepleegd „ten bate" der gemeente. De heer VERMEULEN meent, dat er, na dezen brief, geen enkele aanleiding meer is om op deze zaak in te gaan. Het adres bevat slechts beleedigingen en daar behoort de raad boven te staan. De VOORZITTER antwoordt, dat B. en W. er niet aan denken, om op dit adres in te gaan. Zij zullen nog overwegen, of tegen den adres sant een strafvervolging moet worden ingesteld. Overeenkomstig het advies wordt hiertoe be sloten. Door den heer LAURENT waren eenige vra gen aan B. en W. gesteld, naar aanleiding van het feit, dat door de Vereeniging van Neder- landsche Gemeenten het benoodigde papier voor verkiezingsdoeleinden in het buitenland is besteld. B. en W. hebben geantwoord dat de gemeen te het papier niet van deze vereeniging be trekt en dat zij geen stappen kunnen doen om de order te annuleeren. De heer LAURENT geeft een uiteenzetting over de ernstige moeilijkheden, waarmede de papierindustrie in ons land te kampen heeft. Deze moeilijkheden hebben reeds geleid tot massa-ontslagen en inkorting van werktijden. Spr. illustreert zijn betoog met sprekende cij fers. Hij deelt voorts mede, dat thans weer aan een bekende fabriek (Wormer) aan 150 man ontslag is aangezegd. Op deze manier wordt een catastrophe on vermijdelijk. Spr. uit zijn scherpe afkeuring over de houding van de Vereeniging van Nederland- sche Gemeenten. Spr. heeft meer bewondering voor de houding de rNederlandsche Dagblad pers, die zich belangrijke financieele offers ge troost om eigen industrie te steunen. De regeering had eerder moeten inzien dat deze industrie beschermd moet worden. De heer LUIKMAN heeft aan B. en W. de volgende vragen gericht: le. Kunnen B. en W. al mededeelen hoe het staat met het verleenen van medewerking door het Werkfonds, om te komen tot de uitvoering van verbetering van de rioleering in deze ge meente? 2e. Kunnen B. en W. mededeelen, welke waar de moet worden gehecht aan geruchten dat het Departement van Sociale Zaken tracht dit ob ject, of althans een gedeelte darvan i^ werk verschaffing te doen uitvoeren? 3e. Hoe staan B. en W. tegenover de uitvoe ring van dit object of een gedeelte daarvan in werkverschaffing? 4e. Zijn B. en W. genegen om naast dit ob ject nog voor andere de medewerking van het Werkfonds aan te vragen, opdat, mocht de aan vraag voor de uitvoering van het rioleerings- plan niet worden ingewilligd, de gemeente Vel sen niet verstoken zou blijven van medewerking tot werkverruiming, middels het Werkfonds? 5e. Indien B. en W. hiertoe genegen zijn, zijn zij dan bereid zich tot het Werkfonds te wen den met het verzoek, medewerking van het Werkfonds te bekomen tot de uitvoering van den bouw van het slachthuis? (Hierbij verwij zende naar de, door het Werkfonds verleende medewerking voor den bouw van een slachthuis te Hengelo, waarvoor een bedrag van 360.000 beschikbaar werd gesteld). Deze vragen zullen in de volgende vergade ring worden beantwoord. Bij de rondvraag bracht de heer VERMEU LEN enkele gevallen ter sprake van voorkeur bij benoemingen in gemeentedienst. Ook deze vragen zullen in de volgende ver gadering worden beantwoord. Hiema volgt sluiting. Nu komt er rust 1 Nu zijn over bodige geluidssignalen verboden (f75.— boeteI). 'tWerd tijd: »e toeterden er maar op losl Wie...?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5